“Elk kind verdient liefde, respect, veiligheid en de ruimte om zijn of haar potentie te ontwikkelen. Het is onze verantwoordelijkheid, als 1 Assemblee, om ongeacht kleur, die groei te ondersteunen met de juiste kansen.” Met deze woorden vroeg ons jongste DNA-lid Hakiem Lalmahomed gister tijdens de openbare vergadering aandacht voor de rechten van het Surinaamse kind, in het kader van Internationale Kinderrechtendag.
Op 20 november wordt er wereldwijd aandacht gevraagd voor kinderrechten, zoals vastgelegd in de 54 artikelen in het Verdrag voor de Rechten van het Kind. De Verenigde Naties hebben in 1989 afgesproken dat ieder kind recht heeft op veiligheid, gezondheid en onderwijs. De artikelen noemen ook het recht op een veilige plek om te wonen en te spelen, op bescherming tegen mishandeling en kinderarbeid, de gevolgen van oorlog, en seksuele uitbuiting. Helaas worden deze rechten in veel landen nog steeds niet gerespecteerd.
Dit vraagt om wereldwijde aandacht. Lalmahomed deed dat hier met de statement: “Vandaag staan wij wereldwijd stil bij Internationale Kinderrechtendag, onder het thema ‘My Day, My Rights.’ Sinds de aanneming van het Kinderrechtenverdrag is het onze plicht om elk kind te beschermen, te begeleiden en kansen te bieden. En nu Suriname op weg is naar 50 jaar onafhankelijkheid, is dit moment extra betekenisvol: de toekomst van ons land ligt in de handen van onze kinderen.”
Lalmahomed noemde de twee grote mijlpalen die zijn bereikt tijdens de vorige regering, ten eerste dat het vorig parlement in 2024, na jaren van consultatie en voorbereiding, de Wet Kinderombudspersoon aannam. “Eindelijk,” benadrukte de parlementariër, “omdat al heel lang, sinds president Venetiaan of langer zelfs, er is getracht dit in te stellen. Ook ex-JusPol-minister en intussen ook ex-president Chan Santokhi heeft er hard voor gepleit deze wens van Suriname gedaan te krijgen.”
Als tweede mijlpaal noemde Lalmahomed het Kinderombudsinstituut Suriname, dat op 22 april werd gelanceerd; een onafhankelijk instituut waarmee kinderen in ons land eindelijk een officiële stem hebben, omdat dat toeziet op de naleving van hun rechten. “Persoonlijk vind ik de wet en het instituut zeer belangrijk voor onze kleinen, die de juiste ‘environment’ moeten hebben om zich te kunnen ontwikkelen en uit te groeien tot hun volledige potentie. We hebben het Kinderrechtenverdrag geratificeerd, dus we komen er niet onderuit, willen of niet.”
Een belangrijke stap die de vorige regering heeft gezet op het gebied van kinderrechten is de National Early Childhood Development-Policy, die moet leiden tot een versterkte aanpak van kinderarbeid, meent Lalmahomed. Maar ook programma’s die kinderen bewust maken van hun rechten en hen beschermen, zoals in het kader van mentale gezondheid. Hij is zelf actief geweest bij het verzorgen van bewustzijnssessies voor kinderen, jongeren op lokaal niveau, in buurten, op scholen, met organisaties, over hun (kinder)rechten, maar ook mensenrechten in zijn geheel.
“Ik heb zelf vaker samengewerkt met o.a. UNICEF, UNEFPA, Stichting RUMAS en de Vereniging Jongeren van Commewijne, die ik zelf heb opgezet, en met verschillende JCI Chambers in Suriname, om de nodige informatie, kennis en vaardigheden mee te geven aan de diverse doelgroepen. We moeten sowieso niet zitten wachten op de regering, wetgevers en donateurs om zaken in orde te krijgen. We moeten als leiders wel de zelfstandigheid in de samenleving creëren, opdat onze kinderen zich volledig kunnen ontplooien,” aldus de jonge parlementariër.
Zijn toespraak in verband met Internationale Kinderrechtendag besloot hij gisteren met een oproep aan de regering: “Vandaag benadrukken wij: het kind staat centraal. De VHP is er voor elk kind, voor hun noden, voor hun ontwikkeling en voor hun toekomst. En wij roepen de regering op om, in elk beleid en in elke beslissing, te blijven handelen in het belang van het kind.”












