Met de olievondsten voor de Surinaamse kust, zijn er tal van investeringsmogelijkheden voor lokale ondernemers en voedselproducenten. Een van de sectoren die hiervan kan profiteren, is de voedselproductiesector.
Maar om daadwerkelijk voordelen te halen uit de mogelijkheden die ontstaan, moeten investeringen gepleegd worden, zodat de ondernemingen kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld door de internationale markt.
Er schijnt onvoldoende informatie te zijn over de kansen die er bestaan, maar enkele bedrijven bereiden zich zo goed als zij kunnen al voor hierop. Zo heeft Gopex zich laten registreren om in aanmerking te komen voor een partnerschap met opkopers van groenten en fruit voor olieboorplatformen. Het bedrijf is ook op zoek gegaan naar informatie over de internationaal gestelde eisen.
Uit eigen beweging heeft het echtpaar Gopal, de eigenaars van het voedselverwerkingsbedrijf de aanzet gegeven voor certificeringen. Zo heeft Gopex al een ISO 22000 certificering binnen en is het proces voor de GAP-certificering haast rond. Het laatste gaat voornamelijk over de veiligheid van voedsel, ‘van zaad tot bord’. “Wij zijn zo goed als gereed voor een samenwerking, wij wachten alleen nog om daadwerkelijk benaderd te worden”, zeggen Bhiesnoe en Madhevi Gopal van Gopex.
Lokale voedselproducenten
In een webinar dat eind vorige maand is gehouden, hielden de ondernemers de deelnemers voor welke uitdagingen zij kunnen tegenkomen. Deze hebben te maken met een tekort aan kredietmogelijkheden via lokale banken, maar ook de vertraging en in sommige gevallen discontinuering van afzetmarkten door Covid-19- perikelen.
Daarnaast worden vanwege verscherpte maatregelen vanuit de Europese Unie enkele producten, waaronder het meest gevraagde product, sopropo, voorlopig niet geëxporteerd naar de Europese markt. De onderneming mist hierdoor inkomsten die broodnodig zijn voor investeringen. Het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij heeft tijdens het webinar, bij monde van Yvette Rokadji, directeur Landbouw, aangeveven dat er wordt gecommuniceerd met de EU om binnen afzienbare tijd aan de nodige eisen voor voedselexport te kunnen voldoen.
Parmas Green
Javier Parmanand van Parmas Green geeft de indruk niet veel te verwachten van ontwikkelingskansen door de olie-industrie. “Het hangt helemaal ervan af, want dit soort dingen zijn meestal politiekgebonden.” Parmanand zegt dat de interesse er wel is, maar dat de informatie niet bekend is bij hem. Ook is hij zelf niet op zoek gegaan naar die info. Maar als de mogelijkheid bestaat om deel te zijn van de ontwikkelingen, dan wil het bedrijf zich wel daarvoor inzetten. “Het is eigenlijk ook wat we willen.”
Een andere groep boeren die op nieuwe kansen kan anticiperen, zijn Haïtiaanse landbouwers. “We waren meestal de groep die werd overgeslagen”, zegt Majorie Simon, secretaris van De Coöperatieve Vereniging der Haïtiaanse agrariërs. Simon geeft aan dat de groep zich is gaan bundelen uit het besef dat zij op die manier meer kan bereiken dan als individuele ondernemingen.
Productie verbetert
Het is ook het streven van haar bedrijf ‘Le meilleur produit agricole’, maar ook van de coöperatie om de kansen die de gas- en olie-industrie bieden aan te grijpen. Maar voor deze groep is er een extra uitdaging. “De boeren zijn wel bereid te leren en te innoveren, vooral wanneer zij merken dat de productie verbetert, maar de meeste trainingen en projecten zijn in het Engels. En voor de meesten is Nederlands al een probleem.”
Als secretaris neemt zij zoveel mogelijk het voortouw om ontwikkelingsmogelijkheden voor de coöperatieleden te benutten. Volgens Simon maakt de organisatie zich zo goed als het kan klaar om voorbereid te zijn op nieuwe ontwikkelingen of die mee te nemen in de praktijk. Echter, zij staat voor een nog grotere uitdaging.
De Haïtiaanse boeren hebben geen eigen landbouwarealen om te bewerken, waardoor zij geen grote investeringen kunnen plegen in hun bedrijven. “Als zij hun eigen grond hadden, dan wisten zij zeker dat zij over 15 jaar, 20 jaar verzekerd zijn van de investeringen die zij plegen. Maar wanneer zij grond huren, weten ze niet wat ze morgen, volgende week, de volgende maand of volgend jaar kunnen verwachten”, aldus Simon.