R.M. slaagde erin een goede vriendin te overtuigen om twee leningen (SRD 72.000 en SRD 40.000) bij de bank af te sluiten, waarbij ze ook haar kostbare sieraden verpandde en het geld aan hem overhandigde.
Echter, R.M. hield zich niet aan de financiële afspraken, wat leidde tot ernstige financiële problemen voor de vrouw, aangezien de leningen op haar naam staan en de bank inhoudingen doet op haar salaris.
Vorig jaar deed de vrouw aangifte bij de politie, wat resulteerde in de aanhouding van R.M. voor oplichting en verduistering. In de rechtszaal op 18 januari 2023, getuigde ze dat R.M. beweerde in financiële nood te verkeren vanwege een boete voor een illegale partij garnalen. Zowel de rechter als de Officier van Justitie stelden vragen over hoe de vrouw zoveel vertrouwen in R.M. kon hebben. Ze verklaarde dat haar vertrouwen was gebaseerd op een tweejarige vriendschap en medelijden met R.M. Toen ze het aflossingsgeld slechts een of twee keer ontving en hem niet kon bereiken, ontdekte ze dat R.M. niet werkte waar hij beweerde. Na deze ontdekking stapte ze naar de politie.
R.M.’s verhaal verschilde in details. Hij beweerde dat de leningen in gemeen overleg waren genomen, waarbij het opgenomen geld tussen hen werd verdeeld. Hoewel niet het volledige bedrag bij hem terechtkwam, beloofde hij het totaalbedrag terug te betalen. Volgens R.M. moest de vrouw de bankbetalingen voldoen, waarna hij haar zou compenseren. Problemen ontstonden echter opnieuw, waardoor hij haar het geld niet meteen kon geven. Hij beloofde nog steeds het volledige bedrag terug te betalen.
R.M. liep een maand achter, en hoewel hij enkele dagen niet bereikbaar was, verwachtte hij niet dat de zaak bij de politie of de rechter zou belanden. Hij beweerde dat het onderlinge vertrouwen was gebaseerd op hun liefdesrelatie, en volgens hem stapte de vrouw naar de politie nadat haar man erachter was gekomen. De vrouw betwistte deze wending.
Naast een eenmalige terugbetaling van SRD 4000 als compensatie voor salaris inhouding, stuurde R.M.op verschillende momenten top-ups die aanzienlijke bedragen vertegenwoordigde naar de vrouw. Hoewel de vrouw deze top-ups in de rechtszaal bevestigde, beweerde ze dat R.M. haar daarmee alleen maar hielp vanwege hun goede vriendschap. De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot eind februari.