Als het aan de directeur van de Maritieme Autoriteit Suriname(MAS), Michel Amafo ligt, moeten er alleen Surinamers op de vaartuigen werken die de baggerwerkzaamheden uitvoeren op de Surinamerivier. “Dat is local content waarvoor wij gaan”, zei de MAS-directeur.
Hij sprak dinsdag tijdens een activiteit van het ministerie van Openbare Werken (OW) over het uitbaggeren van de Surinamerivier. Het event is gehouden op het terrein van de MAS aan de Cornelis Jongbawstraat. De leidinggevende zegt dat Suriname nu nog mag rekenen op de expertise van buitenlanders. “Maar dan moet er geleidelijk aan een mix gaan plaatsvinden, zodat wij die local expertise hebben”, zei Amafo.
De MAS-topper zegt dat het project onder andere mogelijkheden creëert voor schaalvergroting in de landbouw, veeteelt en de mijnbouw. Ook zijn er meer gelegenheden voor investeringen in ICT assemblage. “Door het baggeren kunnen economic freezones een realiteit worden.” De directeur stelt dat er een hele discussie loopt over ‘dredging fees’, die gezien moet worden als een door de autoriteit vastgestelde vergoeding die moet worden betaald voor een schip dat door gebaggerde gebieden vaart.
Amafo zegt dat het belangrijk is om een betaalgedrag te gaan ontwikkelen. “In Suriname willen wij voor niets betalen. Alles moet gratis zijn, maar wij willen wel op de eerste rij zitten. Het werkt niet zo in een goede economie”, legde Amafo uit.
Het baggeren van de rivier is een continue proces om steeds de concurrentiepositie en de productiviteit te verbeteren. De directeur merkt op dat in Guyana er nu gewerkt wordt aan de shorebase en de capaciteit bij het baggeren naar 9.5 meter wordt gebracht om de capaciteit te vergroten. Dit moet ook het streven van Suriname zijn. Er moeten nu studies komen om de capaciteit in de Surinamerivier te gaan vergroten, merkt Amafo op. Hij stelt dat het baggeren geen idee is, maar een plan. “Het is een document en studies moeten uitgevoerd worden. In de derde en vierde fase van het project moeten er technische-, financieel-economische- en risicostudies volgen. Er zal dan gestreefd worden om te gaan naar dieptes van 6.5 en 7.5 meter in deze twee fasen van het uitdiepen van de Surinamerivier. In augustus van dit jaar is het streven de 5.5 meter al te bereiken.”
Minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), zegt dat het belangrijk is dat de samenleving weet dat dit project eenieder goed uitkomt. De bewindsman motiveert de productiesector en de exporteurs om meer te gaan produceren en te exporteren. Jubithana heeft graag dat de exportdekking voor Suriname verhoogd wordt. “Het vliegwiel van de economie moet op gang komen door wisselwerking”, aldus de minister.
Als de 5.5 meter diepte over enkele maanden bereikt is, is het groter deel van het baggerproject volgens Riad Nurmohamed, OW-minister, achter de rug. De sessie van dinsdag is volgens hem om informatie te verstrekken aan mensen die het project nog niet snappen.