In Turkije zijn de afgelopen twee dagen 474 mensen gearresteerd na geweld tegen Syriërs en vernieling van onder andere winkels. Dit meldt de Turkse minister van Binnenlandse Zaken, Ali Yerlikaya.
De onrust brak uit in meerdere steden nadat een Syrische man zondag in de stad Kayseri was gearresteerd op verdenking van seksueel misbruik van zijn 7-jarige neefje. Deze arrestatie leidde tot rellen waarbij Turken huizen, winkels en auto’s van Syriërs beschadigden.
De rellen verspreidden zich naar andere Turkse provincies, waaronder Hatay, waar veel Syriërs verblijven, en Adana. De minister vermeldde niet de specifieke locaties van de arrestaties, maar eerder werden in Kayseri en omliggende gebieden 67 mensen aangehouden. De regerende AK-partij en president Erdogan hebben het geweld sterk veroordeeld. “Het is onacceptabel om huizen te verbranden, vandalisme te plegen en straten in brand te steken”, zei de president op 1 juli. “Met het aanwakkeren van vreemdelingenhaat en de haat voor vluchtelingen in onze samenleving wordt niets bereikt.”
President Recep Tayyip Erdogan beschuldigt de oppositie ervan de rellen te hebben uitgelokt, terwijl de grootste oppositiepartij CHP juist de president de schuld geeft vanwege mislukt vluchtelingenbeleid. Volgens officiële cijfers verblijven er momenteel zo’n 3,6 miljoen Syriërs in Turkije, maar analisten denken dat het werkelijke aantal veel hoger is. De meesten van hen zijn gevlucht voor het geweld in hun eigen land.
Na het geweld in Turkije gingen vooral in het noordwesten van Syrië mensen de straat op. In gebieden die onder controle staan van door Turkije gesteunde oppositiegroepen werden Turkse vlaggen neergehaald en stenen gegooid naar Turkse vrachtwagens. Het in Engeland gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten meldt dat Turkije grensovergangen in het noordwesten heeft gesloten, maar dit kon niet onafhankelijk bevestigd worden.