Minister van Binnenlandse Zaken, Marinus Bee, pleit voor de instelling van een onafhankelijke verkiezingsautoriteit om toekomstige verkiezingen transparanter en efficiënter te laten verlopen.
Minister Marinus Bee van Binnenlandse Zaken (Biza) heeft aangekondigd zich de komende periode in te zetten voor de oprichting van een onafhankelijke verkiezingsautoriteit. In een interview met Radio ABC gaf de bewindsman aan dat er nog diverse voorbereidingen getroffen moeten worden en dat het voorstel binnen regeringsverband besproken zal worden.
Bee verwees naar de brede politieke steun voor een dergelijke autoriteit, die volgens meerdere partijen noodzakelijk is om onnodige beschuldigingen richting verkiezingsorganisatoren te voorkomen. Binnenkort zullen gesprekken plaatsvinden met deskundigen om de mogelijkheden te onderzoeken.
De minister benadrukte dat het beleid van het ministerie wordt vormgegeven op basis van het hoofdlijnenakkoord van de coalitie. Daarin is onder meer aandacht voor het verbeteren van overheidssystemen, efficiëntere dienstverlening bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), een versterkt genderbeleid en hervormingen binnen het ambtenarenapparaat.
Uit gesprekken met zijn voorganger, Delano Landvreugd, blijkt volgens Bee dat er reeds belangrijke stappen zijn gezet binnen het ministerie. Als ondersteuning is een onderminister benoemd: Kelvin Koniki. Volgens Bee krijgt Koniki specifieke verantwoordelijkheden, maar de formele goedkeuring van die taakverdeling door president Jennifer Geerlings-Simons moet nog plaatsvinden.
Bee benadrukte verder het belang van decentralisatie en wacht hiervoor op aanvullende instructies van het staatshoofd. Daarnaast wil hij de positie van ambtenaren verbeteren. “De tijd dat een landsdienaar maanden of jaren moet wachten op goedkeuring van zijn of haar stukken, moet tot het verleden behoren. Dat kan alleen door de processen te verbeteren,” aldus de minister.
Met deze plannen positioneert Bee zich als hervormingsgezinde bewindsman die inzet op transparantie, efficiëntie en versterking van de publieke dienstverlening.