“Ik wil niet op de plaats of stoel van de korpschef gaan zitten, maar voor het geval dat niet gebeurt. Elke agent dient zich vooraf te identificeren bij een verkeerscontrole”, zei minister Harish Monorath van Justitie en Politie onlangs in Bakana Tori.
De bewindsman zei dat agenten zich moeten identificeren bij burgers tijdens verkeerscontroles, maar natuurlijk hoeft dat niet op alle momenten. Als een agent in actie moet komen, waarbij iemand op heterdaad betrapt is, of bij het verijdelen van een strafbare handeling, hoeven de agenten zich niet te identificeren. “Dan zal je achteraf de naam van de agent wel horen.”
Hij haalde verder aan dat er wat dossiers liggen bij Onderzoek Politie Zaken (OPZ) van burgers, die ontevreden zijn over de wijze waarop ze behandeld zijn door de politie. “Ik heb de korpschef gevraagd om mij een update daarvan te geven, maar dit heeft te maken met communicatie. Op welke wijze communiceer je met de burger?”
De minister benadrukte dat de politie een zware taak op zich heeft. Zij moet zorgen voor de veiligheid van het land en omgeving en tegelijkertijd ervoor zorgen dat ze zich correct opstellen naar de burgers toe. Volgens hem moet politieoptreden niet zodanig zijn, dat het grensoverschrijdend is. “Maar waar is de grens? Je moet weten hoe je praat met mensen. Ik neem dit wel serieus”, zei Monorath. Hij merkte op dat soms excessief geweld door de politie niet nodig is, want volgens artikel 625 van eigendomsrecht mag een ieder zichzelf beschermen tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding.
De nieuwbakken minister zei verder dat hij bijna 20 jaar advocaat was en in deze periode hij hele goede politieagenten is tegengekomen. Ook agenten die zich op een andere manier hebben gedragen. “Maar laten we niet alle mensen over een kam scheren en ervoor zorgen dat de rotte appels wel worden aangepakt.”