“Het is niet prettig en jammer dat mensen die al paar maanden zijn aangesteld nog niet ontvangen hebben”, zei onderwijs minister Henry Ori donderdag tijdens een persconferentie over de leerkrachten, die in oktober zijn aangenomen, maar nog steeds geen salaris hebben ontvangen.
De minister garandeerde dat zijn ministerie er alles aan zal doen om deze mensen te identificeren, zodat er spoed wordt gezet in deze kwestie. “Er moet snel een oplossing komen, want vanuit het menselijk oogpunt is dit geen goede zaak.” Er zal met behulp van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het Ministerie van Financiën en Planning hard gewerkt worden, zodat deze mensen eind april hun salarissen kunnen ontvangen.
Onderdirecteur Ashwin Chitanie van Algemene en Personele Aangelegenheden gaf aan dat het ministerie afhankelijk is van het Ministerie van Financiën en Planning als het gaat om de uitbetaling van de leerkrachten. Hij meent dat stukken van de nieuwe aangetrokken leerkrachten in delen worden afgehandeld en doorgestuurd naar Financiën om uitbetaald te worden.
Voorzitter Meredith Hoogdorp van Wi Sa Strey zei eerder dat er heel wat leerkrachten zijn die eind van deze maand geen salaris zullen ontvangen. Het is bij haar niet bekend waarom deze leerkrachten niet uitbetaald zullen worden. Hoogdorp zegt dat de leerkrachten wel gewerkt hebben, maar er kan niet met duidelijkheid gezegd worden door de leiding van het ministerie waarom zij eind april niet uitbetaald zullen worden.
Hoogdorp zegt verder dat de leerkrachten nu niet weten wat zij moeten doen, want eind april zal het al de zevende maand zijn dat deze groep geen geld heeft ontvangen. “Ze maken steeds schulden, want ze moeten overleven en nu horen zij dat ze niet uitbetaald zullen worden.”
Hoogdorp meent dat zij deze zaak niet zo zal laten, maar alles is afhankelijk van de leerkrachten. “We gaan de mensen begeleiden en kijken wat zij willen. Als zij actie willen voeren dan gaan we de mensen ondersteunen.” Zij meent dat een aantal leerkrachten overwegen een rechtszaak aan te spannen tegen het ministerie. “Het laatste woord in deze kwestie is dus niet uitgesproken.”