Het Surinaamse beroepsonderwijs ondergaat een ingrijpende transformatie. Waar het stelsel jarenlang vooral werd gezien als vangnet voor leerlingen die uitvielen in het reguliere onderwijs, wil het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) het nu positioneren als volwaardige, moderne pijler onder het nationale onderwijssysteem.
Volgens het ministerie is de vernieuwing nodig om het onderwijs beter te laten aansluiten op maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen en om jongeren beter toe te rusten voor de arbeidsmarkt van de toekomst.
Van traditionele ambachten naar moderne sectoren
Waar het beroepsonderwijs vroeger vooral gericht was op ambachten als timmeren, landbouw en eenvoudige technische beroepen, verschuift de focus nu naar sectoren als ICT, toerisme, dienstverlening en de olie- en gassector.
MinOWC werkt hierbij intensief samen met het bedrijfsleven en internationale partners. Leerlingen moeten niet alleen praktische vaardigheden ontwikkelen, maar ook theoretische kennis, digitale geletterdheid en ondernemerschap.
Vier pijlers onder de hervorming
De transformatie van het beroepsonderwijs rust volgens het ministerie op vier belangrijke pijlers:
- Curriculumhervorming – De leerplannen worden vernieuwd en afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt. Algemene vaardigheden zoals communicatie, digitale kennis en ondernemerschap krijgen een prominentere plaats.
- Praktijkgericht leren – De samenwerking met bedrijven wordt versterkt om meer stageplaatsen en leerwerktrajecten te creëren, zodat leerlingen al tijdens hun opleiding kennismaken met de werkvloer.
- Toegankelijkheid en inclusiviteit – Met nieuwe leerroutes, zoals avondonderwijs en flexibele programma’s, moeten meer jongeren en volwassenen de kans krijgen om een beroepsopleiding te volgen of zich om te scholen.
- Docentprofessionalisering – Leraren worden bijgeschoold, zodat zij beter kunnen inspelen op nieuwe technologieën, moderne onderwijsmethodieken en de veranderende eisen van de arbeidsmarkt.
Clustering van scholen is geen afbouw
De hervormingen gaan gepaard met een herschikking van scholen en leerlingen. Specialisaties worden geclusterd, zodat middelen, infrastructuur en het lerarenbestand efficiënter kunnen worden ingezet.
In dat kader zijn enkele scholen samengevoegd. Een concreet voorbeeld is de overplaatsing van leerlingen van de Sypesteynschool naar STS 4. Volgens MinOWC gaat het hierbij om een organisatorische maatregel om onderwijsaanbod en faciliteiten beter te bundelen. Het ministerie benadrukt dat dit geen afbouw van het beroepsonderwijs is, maar onderdeel van een bredere kwaliteits- en efficiëntieslag.
Investeringen in digitale en technische vernieuwing
MinOWC wijst erop dat er tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in moderne faciliteiten en opleidingen. Voor de olie- en gassector worden opleidingsprogramma’s versterkt en gekoppeld aan directe certificering, zodat afgestudeerden sneller inzetbaar zijn in deze groeiende industrie.
Daarnaast zijn er toezeggingen gedaan voor de levering van 1.000 gasturbinesimulatoren, die moeten worden ingezet voor praktijkgericht technisch onderwijs. Ook worden twintig LBO-scholen uitgerust met computers om de digitalisering in het beroepsonderwijs te bevorderen. Verder staan meerdere praktijkcentra en schoolrenovaties op de planning.
“Niet afbreken, maar versterken”
Het ministerie onderstreept dat de huidige ontwikkelingen niet gezien moeten worden als een afbraak van het stelsel, maar als een noodzakelijke moderniseringsslag.
“Deze transformatie is noodzakelijk om onze jongeren toekomstbestendig te maken”, stelt het ministerie. “Wij nodigen de samenleving uit om het grotere doel voor ogen te houden: goed, modern en inclusief onderwijs voor iedereen”.
Volgens MinOWC moet het vernieuwde beroepsonderwijs jongeren niet alleen perspectief bieden op een baan, maar hen ook in staat stellen om als volwaardig, deskundig en ondernemend burger deel te nemen aan de samenleving.










