Met de uitspraak van het Constitutioneel Hof (CHof) lijkt er veel werk aan de winkel voor wat betreft de kiesregeling. Onderweg naar de komende verkiezingen zullen, naar het schijnt, tal van veranderingen moeten worden doorgevoerd met betrekking tot de kiesregeling.
Het CHof heeft de Surinaamse kiesregeling vandaag niet-verbindend verklaard tijdens een openbare zitting. Hof president Gloria Sterling stelt dat de kiesregeling in strijd is met bepalingen van de Surinaamse Moederwet.
Internationale toetsing
Sterling maakte ook bekend dat de kiesregeling na toetsing in strijd blijkt te zijn met bepalingen in het Verdrag voor Burger- en Politieke Rechten, het Verdrag Inzake de Rechten van de Mens en het Amerikaans Verdrag Inzake de Rechten van de Mens. De uitspraak van het CHof komt op verzoek van jurist Serena Muntslag-Essed. Zij had het college gevraagd de kiesregeling te toetsen aan nationale en internationale wetten en verdragen.
Besluit is bindend
De Hof president gaf aan dat het besluit van het college onmiddellijk na de uitspraak van kracht is. Er is dus geen verdere rechtshandeling dat aan te past hoeft te komen om het besluit in werking te stellen. Om tot deze beslissing te komen, zijn een aantal gesprekken gevoerd met juristen, bestuurskundigen, verkiezingsdeskundigen en politieke organisaties. Ook de mening van het staatshoofd en de voorzitter van de volksvertegenwoordiging zijn meegenomen in het besluit.
Ongelijkheid
In het finale besluit van het CHof is aangegeven dat de verzoekster, in deze de jurist Essed-Muntslag, onder meer aangeeft dat ten aanzien van de Surinaamse kiesregeling het geen betoog behoeft dat het huidige kiesstelsel leidt tot ongelijkheid. Dit, omdat een stem in Coronie bijkans twaalf maal meer electoraal gewicht heeft in vergelijking met een stem in Wanica.
Er staat verder vermeld dat democratische rechten van vele kiezers in het geding komen. De hoofdoorzaak van de onrechtmatigheid van het kiesstelsel is de wijze van zetelverdeling, Hetgeen is opgenomen in artikel 9 in samenhang met artikel 24 van de kiesregeling. Essed heeft gevraagd dat er, gelet op de ongelijke resultaten van verkiezingen, er nagegaan moest worden of de kiesregeling voldoet aan de grondwettelijke en verdragsrechtelijke eisen die worden gesteld aan een kiesstelsel.
Het CHof stelt in haar uitspraak dat de President is gehoord als hoofd van de regering en stelt dat het vraagstuk van de wijziging van het huidige kiesstelsel op de agenda van de overheid is geplaatst. “Het kiesstelsel moet appelleren aan het democratisch- en rechtvaardigheidsgevoel in de gemeenschap. De Kiesregeling en het kiesstelsel zijn volgens hem een ‘ongoing’ proces en het gaat hierbij niet om gelegenheidswetgeving”, aldus het CHof.