Het nieuw monetair beleidsraamwerk ‘reserve money targeting raamwerk’ dat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) sinds juli 2021 voert, moet bijdragen aan prijsstabilisatie. Maurice Roemer, governor van CBvS, zegt dat de moederbank enkele nieuwe instrumenten inzet om meer bij te dragen tot dit doel.
Ook Harry Dorinnie, directeur Monetaire en Economische Zaken, benadrukt dat de CBvS prijsstabiliteit wil. “Prijsstabiliteit is overal en altijd goed voor alle deelnemers in het economische verkeer en wij moeten ons inzetten om dat te bewerkstelligen”, geeft Dorinnie aan.
Uitdagingen
Roemer zegt dat het nieuw monetair beleidsraamwerk op basis van het programma dat is overeengekomen tussen Suriname en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), wordt uitgevoerd. Echter, wijst hij erop dat dit monetair beleidsraamwerk niet alleen wordt uitgevoerd in het kader van IMF, maar ook omdat het een maatschappelijk nut draagt.
Dit is volgens Roemer dat de moederbank met dit beleid een belangrijke bijdrage wil leveren aan de prijsstabiliteit van ons land, ondanks de grote uitdagingen waar onze economie voor staat.
Roemer erkent dat in de afgelopen periode er kritiek is geweest op dit monetair beleid van de CBvS, in het bijzonder op de openmarktoperaties (OMO’s). Hij wijst erop dat de moederbank haar OMO’s, nu zal uitbreiden.
Belangrijkste dienst CBvS
Dorinnie wijst erop dat een goed beheer van de geldhoeveelheid van belang is voor de totale samenleving. Dit is tevens de belangrijkste dienst die de moederbank kan bewijzen aan de gemeenschap. Hij wijst erop dat Suriname in het recent verleden, situaties hebben gehad, waarbij een overmatige geldvoorziening heeft geleid tot grote onevenwichtigheden en een ernstige ondermijning van de economie, met name de munteenheid.
“Wij van de CBvS zijn erop uit om dat vertrouwen dat geschonden is te herstellen. Het is geen makkelijke taak. Gezien dat wanneer vertrouwen in geld eenmaal geschonden is, het moeilijk is te herstellen. Feit is, we moeten dat vertrouwen dat geschonden is aanpakken”. De bankdirecteur verklapt dat alles wat de organisatie doet, in dienst moet zijn van het herstel van het vertrouwen van de Surinaamse munteenheid. Uiteraard heeft de bank geen andere keus volgens hem.
Andersoortig beleidsraamwerk
Dorinnie zegt dat met de ‘reserve money targeting raamwerk, we op gelijke voeten zijn met de overige grote Caricom-landen. Hij wijst erop dat Suriname het enige groot Caricom-land is, dat een ander soortig beleidsraamwerk had. “Guyana heeft in het begin van de Jaren 90 ook via het IMF zo een raamwerk geïntroduceerd. Jamaica en Trinidad hebben het ook, dus wij zijn wat dat betreft achter gelopen. Maar in elk geval lopen we de achterstand in”, benadrukt de bank-topper.
Dorinnie zegt dat ‘reserve money targeting raamwerk’ verschilt van wat we eerder hebben gehad in Suriname. Voor dit raamwerk, heeft de CBvS de ‘kasreserve regeling’ en daarvoor ‘een relatief kredietplafond arrangement’, gehad. Al die twee vorige raamwerken heeft de bank losgelaten.
Geen animo voor waardepapieren
Dorinnie zegt dat de bank nu ook ervaart dat de OMO, zoals die nu uitgevoerd wordt, geld kosten. “Omdat wij in vergelijking met andere landen zijn begonnen met het uitgeven van termijndeposito’s en straks met bankcertificaten”. Hij geeft aan dat men in Guyana dat heeft gedaan met waardepapieren van de overheid en wij waren genoodzaakt om te beginnen met termijndeposito’s van de Centrale Bank en straks bankcertificaten.
De reden hiertoe heeft volgens hem alles te maken met het feit dat er geen vertrouwen was in de waardepapieren die de overheid uitgaf. Dorinnie wijst erop dat de centrale bank al in 2016 was begonnen met het uitgeven van waardepapieren van de overheid.
“Dat is niet gelukt, er was geen vertrouwen, althans niet in de overheid. De rente was relatief hoog maar niemand had belangstelling voor die hoge rente. We moesten ergens beginnen en je kan niet rekenen op de overheid, want indien de overheid zou starten met het uitgeven van waardepapieren, voelen we allemaal aan dat er geen animo zou zijn”, benadrukt Dorinnie.
Hij wijst erop dat ook de CBvS heeft ervaren dat er weinig animo was toen zij begon met haar operaties. Maar ze heeft het vertrouwen van de banken kunnen winnen door hen uit te leggen wat de essentie is van dit proces.
Dorinnie zegt dat de CBvS al ruim tien maanden bezig is en ze gaat de goede kant op. “Echter, moet er nog een beetje gesleuteld worden aan het beleid en één van de manieren om dat te doen is het uitgeven van bankcertificaten”, aldus de bankdirecteur.