Machego van der K. (29), alias ‘Chego’, beweert dat hij uit zelfverdediging handelde toen hij in de vroege ochtend van dinsdag 14 november 2023 zijn collega-goudzoeker Jean-Paul Finisie (36) doodschoot in de goudmijn Royal Hill Pit (Brokopondo).
De verdachte, die na het incident op de vlucht was geslagen, meldde zich vrijdagavond onder begeleiding van zijn advocaat op het politiebureau Nieuwe Haven. Hij is daarop aangehouden en in verzekering gesteld. Zijn verhaal staat echter haaks op getuigenissen van andere goudzoekers die ter plaatse waren.
Zelfverdediging
‘Chego’ verklaarde tijdens zijn verhoor dat Jean-Paul, met wie hij al enige tijd op gespannen voet leeft, hem zonder aanleiding met een vuistvuurwapen benaderde en bedreigde. De confrontatie resulteerde in een worsteling waarbij het wapen uit handen van het latere slachtoffer viel. De verdachte zou het wapen hebben opgepakt en gericht op zijn tegenstander hebben geschoten. Daarbij werd het slachtoffer meerdere keren geraakt. Na het schietincident vluchtte ‘Chego’ naar zijn dorp Nieuw Koffiekamp, waar hij zich enkele dagen schuil hield.
Moord in koelen bloede
Verschillende omstanders zijn van mening dat de verdachte geen enkele reden had om Jean-Paul aan te vallen en dat hij hem koelbloedig heeft gedood. Diverse goudzoekers die op het moment van het incident in de mijn waren, verklaarden bij de politie dat juist ‘Chego’ het wapen tevoorschijn haalde en zonder aanleiding op het slachtoffer schoot, waarna hij op de vlucht sloeg.
Tijdens het schietincident werd ook een goudzoeker geraakt die niet betrokken was bij het conflict. De verdachte staat bekend als een gewapende agressor onder de goudzoekers en als de leider van een van de bendes die actief zijn in de goudmijnen. Het moordwapen wordt nog gezocht door de politie.
Overlast in de mijn
De mijnen van de goudmaatschappij Zijing Mining Group (voorheen Rosebel Gold Mines, RGM) worden al jaren geplaagd door overlast veroorzaakt door goudzoekers. Deze voornamelijk jonge mannen komen vooral uit omliggende dorpsgemeenschappen, terwijl anderen uit de rest van het land, inclusief Paramaribo, komt.
Tijdens hun activiteiten verstoren ze niet alleen het werk, maar brengen ze ook het leven van arbeiders en henzelf in gevaar door dagelijks van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat steile mijnwanden af te dalen om gouderts te verzamelen. Ze klauteren met de stenen terug omhoog en laten deze in omliggende dorpen vergruizen, waarna het goud met behulp van kwik wordt gewonnen.
Het rapen van stenen dwarsboomt het mijnwerk van de maatschappij en leidt vaak tot heftige ruzies onder de goudzoekers onderling. Velen van hen hebben zich in de loop der tijd bewapend en bendes gevormd. Dagelijks worden ze verjaagd door veiligheidspersoneel van de maatschappij, maar ze trekken zich terug uit de mijnen om meteen weer af te dalen zodra de bewakers uit het zicht zijn. Dit leidt tot een voortdurend kat-en-muisspel, tot frustratie van het management van de maatschappij.