Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) heeft de handen vol met hulpverlening aan burgers over het heel land, die getroffen zijn door wateroverlast.
Kolonel Jerry Slijngaard, coördinator van het NCCR, zegt dat dit de laatste twee jaar het geval is tijdens de regentijd. Daarvoor had het NCCR minder gevallen waar het aandacht aan moest besteden.
Het is de laatste tijd extreem, zegt Slijngaard die in 2006 en 2012 voor het laatst tijdens rampen van deze aard, moest inkomen. Elk jaar is er normaliter wat overlast, maar niet op dit niveau.
Veiligheid in het rampgebied
Het Brokopondogebied is uitgeroepen tot rampgebied. Daarom hebben het NCCR en de gewapende machten de handen in één geslagen om de veiligheid in het gebied te waarborgen. Het gaat volgens de woordvoerder van het Korps Politie Suriname, Milton Bisschop, om het preventief optreden door de surveillance te verhogen.
Dat gebeurt te land en te water, vertelt Slijngaard. De voornaamste reden hiervoor is dat veel burgers hun huizen en bezittingen hebben achtergelaten, sinds de ramp. Om te voorkomen dat plunderingen en andere strafbare feiten worden gepleegd is er extra surveillance, waaronder roadblocks.
Meerdere gebieden getroffen
Naast Brokopondo zijn meerdere gebieden in het land getroffen, waar het NCCR heeft moeten inkomen. Slijngaard noemt daarbij de dorpen in het zuiden van Suriname richting Kwamelasemutu, het Lawa- en Tapanahonygebied en het Paramaccaans gebied zoals Loka Loka.
Maar ook districten zoals Para, Wanica bij de Leidingen en het district Nickerie worden goed in de gaten gehouden, waar het water van de Nanizwamp aan het stijgen is.
Situatie nu
De roep om hulp is op dit moment gestabiliseerd, vertelt Slijngaard. Het NCCR is ingekomen met noodhulpgoederen en drinkwater. Er wordt een structurele manier van levering van deze goederen bedacht.