Nederland heeft een unieke kans om de voormalig Surinaamse president Desi Bouterse in Brazilië op te pakken laten lopen uit vrees dat die poging hem ‘internationale prestigewinst’ zou opleveren. Het besluit zorgde achteraf voor een storm aan kritiek in de ministerraad. Dit meldt De Telegraaf.
Dat blijkt uit tot op heden geheime notulen van de ministerraad, die dinsdag voor het eerst openbaar zijn geworden. Tot op heden ontloopt de vroegere dictator zijn straf. Als Bouterse in de zomer van 1997 via Brazilië op doorreis is naar China, wil Nederland na jaren voorbereiding eindelijk toeslaan door hem te laten arresteren en uitleveren.
Uit tot nu toe geheime dossiers blijkt dat die actie door onderling onmin jammerlijk is mislukt. Brazilië is eerder al gepolst, en zou op basis van verdragen wel meewerken, is de verwachting van sommige betrokkenen. Toch ontstaat daar twijfel over, die vooral wordt ingegeven door toenmalig minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken.
Van Mierlo en minister Sorgdrager van Justitie en Veiligheid bellen koortsachtig als de kans zich voordoet. Hierbij ‘wordt vastgesteld dat er twijfel is over of aanhouding het gewenste effect zou hebben’. Uiteindelijk wordt een aanhouding onverantwoord genoemd, ‘omdat het tegenovergestelde zou worden bereikt’.
“Weigering zou niet alleen een onaanvaardbaar zware wissel trekken op de verhoudingen met Brazilië, maar ook het internationale prestige van de heer Bouterse versterken en formeel zijn bewegingsvrijheid vergroten”, staat in de stukken. Er bestaat namelijk de vrees dat Brazilië toch weigert, waardoor Bouterse juist vrij en zonder angst door dat land kan reizen.
Toch blijkt uit notulen van de ministerraad dat dit vooral een ingreep van Van Mierlo is geweest, die later ook het verwijt krijgt de voorgenomen arrestatie te hebben geblokkeerd. “Van Mierlo heeft mij ervan overtuigd dat het beter was het verzoek tot aanhouding te laten rusten op dat moment”, erkent Sorgdrager.
Andere bewindslieden kraken de actie van Van Mierlo af, die daarmee voorkomt dat Bouterse achter de tralies belandt. “Niet geschoten is altijd mis”, sneert toenmalig minister Voorhoeve van Defensie. Toenmalig minister Zalm (Financiën) plaatst een kritische noot bij de grote rol die Van Mierlo speelde bij de afweging. Hij vraagt zich af ‘of de rechtsgang tot de competentie van Sorgdrager of Van Mierlo behoort’. Het antwoord laat zich raden, want Sorgdrager was minister van Justitie en Veiligheid. Hij wil weten of Buitenlandse Zaken ooit eerder een stokje voor zo’n aanhouding heeft gestoken. “Deze situatie is illustratief voor het in elkaar vloeien van politiek en rechtsgang.”
Toenmalig minister Pronk (Ontwikkelingssamenwerking) klaagt nog dat Van Mierlo de minister-president pas informeert als Bouterse Brazilië alweer uit is. Wijlen Van Mierlo heeft zelf altijd ontkent dat hij een aanhouding heeft geblokkeerd.
Uit tot nu toe geheime stukken blijkt ook dat Suriname er alles aan heeft gedaan om Bouterse van de internationale opsporingslijst te krijgen. Het Openbaar Ministerie heeft namelijk bij Interpol een verzoek ingediend om Bouterse aan te houden en uit te leveren. Voormalig president Wijdenbosch – door critici gezien als stroman van Bouterse – probeert dat verzoek tijdens een gesprek met Van Mierlo in Rio de Janeiro – ook in 1997 – tevergeefs van tafel te krijgen.
Nog altijd ontspringt de veroordeelde drugscrimineel Bouterse de dans. Hij is bij verstek veroordeeld tot elf jaar celstraf voor drugshandel.