Wereldwijd wordt op 1 januari het nieuw jaar ingeluid. Maar voor Haïtianen is het tegelijkertijd de herdenking van de Onafhankelijkheidsdag. Op 1 januari 1804 resulteerde de heftige Batailles des Vertieres, die op 18 november 1803 werd ingezet, in de onafhankelijkheidsverklaring van de eerste zwarte republiek op het westelijk halfrond. Bij de eerste viering werd niet alleen de eerste vlag gehesen, maar is ook een nationaal symbool voor de vrijheid geserveerd en dat is pompoensoep.
Pompoensoep is een onmisbaar onderdeel van de herdenking van de Haïtiaanse Onafhankelijkheid, niet alleen in Haïti, maar overal op de wereld waar de Haïtiaan zich bevindt. De soep die verder aardvruchten, bladgroenten en rund als basisingrediënten heeft, is bedoeld om met anderen te delen. “Het is als een middel dat ons bindt”, zegt Guivener Joseph. Hij en zijn vrouw La Toya Joseph-Pokie, hebben beiden de Haitiaanse cultuur meegekregen in de opvoeding, welliswaar met wat verschillen. Joseph-Pokie is kind van een Haïtiaanse moeder met een Surinaamse vader. Zij is in Suriname geboren en door de ouders van haar moeder grootgebracht. Zij heeft van hun de cultuur meegekregen. Haar man is in Haïti geboren en opgegroeid. “Ik ben erin geboren, het is niet alleen cultuur, het is traditie.”
Cultuur overdragen
Het echtpaar draagt de cultuur ook over aan hun kinderen en dat doen ze op verschillende manieren. “Dat doet me man vooral. Hij heeft vroeger weddenschappen gehouden tussen de kinderen, wie de meeste woordjes kent en in de auto spelen we Haitiaanse muziek af. Zo leren ze nog meer van die woorden. Zij vinden dat heel leuk en vragen zelf naar de muziek wanneer we in de auto zijn.” De cultuur uitdragen doen ze vooral in hun manier van leven. “Ik ben christen en dan wel protestant christen. Vergeet niet dat een groot deel van de Haïtiaanse cultuur in Voodoo geworteld is, het is veelomvattend. Ik geef uiting aan het evangelische deel van mijn cultuur, de manier waarop ik me kleed en in mij christen-zijn.”Voor Joseph-Pokie is dat vooral in de voeding. “Het blijft bij de Haïtiaanse keuken, de manier van koken en de taal. Ik houd van mijn Kreyol (Ayisyen). Het is juist voor mij een geheime taal. Wanneer ik ergens met mijn kinderen ben en ik wil niet dat anderen verstaan wat ik ze zeg of als ik ze wil waarschuwen.”
Niet meer zo streng
Daarnaast merkt zij ook op dat de opvoeding van haar kinderen veel aspecten heeft die zij zelf heeft meegekregen, maar dan een veel soepeler variant daarvan. “Wij zijn nu niet meer zo streng als vroeger. Er is meer een ‘laissez passer’ houding bij opvoeders.” Echtpaar Joseph voedt de kinderen ook gelovig op. “Wij bidden ook samen als gezin, zingen en lezen de bijbel. Het bidden doen wij in het Nederlands, maar wanneer ik de biibel lees, dan moet het wel in Kreyol”, zegt Joseph-Pokie. “Wanneer ik een fatu wil breken, dan kan ik dat alleen met typische Haïtiaanse drank”, valt haar man bij. Het gaat dan om een Raggaman, Torro, Markoesa Wipip en Cremas.
Ander manier
Jean Ogvil, Charline Simon Faudoas en Nico Georges zijn alledrie in Suriname geboren uit Haïtiaanse ouders. Zij hebben eveneens verschillende aspecten van de cultuur meegekregen, maar zeggen allemaal dat het meest typische dat ze van de cultuur opmerken is de manier van koken. “Wij leggen ons vis en vlees heel anders in”, zegt Simon Faudoas. Een bekende uitspraak die menig Haitiaan zal herkennen is “si vyann nan pa lave byen, mwen pa p manje l”, een uitspraak die vooral door ouders die uit Haïti zijn geëmigreerd wordt gebruikt.
Daarmee geven zij aan dat als vlees niet goed wordt gewassen (lees schoongemaakt op de Haïtiaanse manier), dat zij het dan niet zullen consumeren. “Vooral degenen die uit Haïti naar Suriname zijn gekomen, hebben een heel andere manier van voeding bereiden. Bijvoorbeeld de manier waarop bruine bonen wordt klaargemaakt, bepaalde gerechten zijn typisch Haitiaans, zoals rijst met pesi, rijst met bonen (vergelijkbaar met moksi aleisi). Zij koken hun rijst met zout, terwijl Surinamers hun rijst zonder zout klaarmaken.”
Voor Ogvil zijn dit ook aspecten van de cultuur die hij bewust en onbewust heeft overgenomen. Daarnaast zijn er gedragscodes die hij niet zozeer bij niet-Haitianen heeft gezien. “Op het gebied van beleefdheid en ethiek. Als kind wordt je aangeleerd om ouderen met tante of oom aan te spreken, als je op visite bent, wacht je tot je een zitplaats wordt aangewezen en daar verplaats je je niet zomaar vandaan.”
Wat ze hebben opgegeven
Georges heeft tweemaal zijn grootouders in Haïti bezocht. Daar heeft hij gezien wat zijn ouders hebben opgegeven voor een betere toekomst, voor hem. “Op school hebben wij geleerd dat Haïti een arm land is, maar wanneer je daar bent, kun je ook zien hoe dichtbij de natuur zij leven en hoeveel zij kunnen met het weinige dat zij hebben. Zij hebben minder, maar dat maakt het leven niet zwaarder. They’re still living life to the fullest.” Georges, Simon Faudoas en Ogvil zijn jonge dertigers of eind twintig. In hun opvoeding is er geen nadruk gelegd op de herdenking van de onafhankelijkheid. “Ik zag wanneer wij op 1 januari bij andere Haïtianen op bezoek gingen wel dat zij pompoensoep hadden, maar ben pas later gaan leren waar het echt om gaat”, zegt Georges. Hij en Simon Faudoas zijn geen liefhebbers van pompoensoep. “Ik ben pas de laatste paar jaren gaan leren wat het eigenlijk is. Het is niet slecht, maar niet voor alledaags”, aldus Simon Faudoas.
Weinig meegekregen
Ook Joseph-Pokie heeft in haar opvoeding weinig meegekregen over het culinaire symbool van de Haïtiaanse Onafhankelijkheid. “Toen het consulaat er kwam, ben ik meer erover gaan leren en sinds ik met een Haïtiaanse man ben, dan besteden wij er wel aandacht aan.” Georges is van plan aan zijn gezin en toekomstige kinderen wel de geschiedenis van het land van zijn ouders mee te geven. Simon Faudoas heeft ook de strengheid in haar opvoeding ervaren. Zij heeft als enige dochter in huis meegemaakt dat zij zich moest richten op het huishouden, terwijl haar broers geen vinger hoefden uit te steken en veel meer bewegingsvrijheid hadden. Evenals Joseph-Pokie heeft zij niets meegekregen over culturele klederdracht. Trouwens, de twee in Suriname geboren heren ook niet. “Wanneer er op school werd aangegeven dat wij in culturele klederdracht mochten komen, dan vroeg ik aan mijn moeder wat dat voor ons was en ze zei dat ze het niet wist.” Joseph-Pokie: ik kan mij nog niet terugvinden in wat de Haitiaanse klederdracht is.
In 2013 is het eerste Haïtiaanse consulaat in Suriname ingesteld. De missie van de eerste Consul-Generaal, Alex Jospitre, is geweest om de Haïtiaanse cultuur te etaleren. Dat is op verschillende momenten gedaan met de Haïtiaanse en Surinaamse gemeenschap. Al ruim twee jaar is Mystral Jean Charles ingesteld als consul-generaal. Ten tijde van de samenstelling van dit artikel, was er geen melding van de herdenking van de Onafhankelijkheid van Haïti op de officiële Facebookpage van het departement.