Het was no deal voor de MoU van de regering en Chinalco voor het ontginnen van bauxiet in Bakhuis. De drukbezochte discussieavond van de VES, was niet te spreken over de deal dat Suriname terugwerpt naar 1916. Toen werd door het koloniaal bewind Alcoa toestemming verleend om bauxiet te mijnen in Oost- Suriname. Die toestemming was verleend omdat de kolonie, vanwege de terugval van de productie op de plantages, dringend een nieuwe inkomstenbron nodig had. De activiteiten van Alcoa zou, volgens de gouverneur, nieuwe kansen creëren. Na bij kans 108 jaar blijkt dat Suriname ook weer inkomstenproblemen heeft en ook dit keer verlossing ziet in de bauxietsector.
De discussie De inleider bleek tijdens zijn presentatie niet goed geïnformeerd te zijn over de ontwikkelingen in de mijnbouwsector. Hij hield de zaal voor dat er 700 miljoen ton bauxiet voorkomt in Bakhuis terwijl documenten van het ministerie van opbouw, Suralco en Billiton het hebben over 325 miljoen ton. Alle overeenkomsten die Suriname had gesloten met buitenlandse bedrijven zouden volgens hem beter zijn dan die met Chinalco. Ook noemde hij bedragen, die zouden zijn geïnvesteerd door de bedrijven, die minsten tweemaal de werkelijke investeringen waren en verklaarde hij ook dat Suriname 33% aandelen had in Iamgold.
Terwijl Staatsolie voor 33% deelt in het winstgoud uit de gemijnde erts van Klein- Saramacca dat verwerkt wordt in de raffinaderij van Iamgold. Op de avond waren er drie meningen in de zaal. De inheemsen, die goed vertegenwoordigt waren, vonden dat zij niet waren geconsulteerd. Daarbij verwezen zij naar de verschillende resoluties en hun erkende grondenrechten. De tweede mening was dat Suriname bijkans niets zou verdienen, omdat er geen aluinaardefabriek en aluminiumsmelter door Chinalco gebouwd gaat worden. Terwijl de laatste groep vond dat Suriname haar soevereiniteit op het spel zet, als de overeenkomst door de Nationale Assemblee wordt goedgekeurd.
Artikel 41 van de grondwet In artikel 41 van de grondwet staat dat alle natuurlijke rijkdommen eigendom zijn van de Surinaamse samenleving. Wat eraan ontbroken heeft, is dat er nooit precies vastgesteld was wat de kwaliteit, de kwantiteit en de waarde van die rijkdommen precies zijn. Mevrouw W. Boedhoe, ex-voorzitter van de VES en ex-minister van financiën, verklaarde op de avond, dat sinds 2006 (regering Venitiaan/Sardjoe) een Standard Mineraal Agreement (SMA) bestaat.
Daarin zouden er plichten en rechten voor de investeerders staan waardoor er niet steeds opnieuw onderhandeld hoef te worden. Helaas is die SMA tot heden niet door de Nationale Assemblee in behandeling genomen en zijn in tussen alle natuurlijke rijkdommen zoals bos-, goud- en olieconcessies uitgegeven. Ironisch genoeg zijn het juist die politici, die dat hebben nagelaten, het hardst moord en brand schreeuwen als zij in de oppositie zitten.
De overeenkomsten na 1975 In 1999 legde Suralco (Alcoa) de Aluminiumsmelter stil waardoor er veel energie vrij kwam. Volgens de Brokopondo overeenkomst hoorde Suralco die energie te gebruiken om aluminium te smelten. De regering, Wijden/Radhakishun ging voorbij daaraan en kocht de energie op en dat voor 15 maal de kostprijs. Daarmee subsidieerde Suriname Alcoa voor 200 miljoen USD per jaar. Terwijl ze juist dat bedrag moest ontvangen van Suralco. De regering Venetiaan/Sardjoe verhoogde de subsidie na 2006. Die subsidie heeft Suriname tot de sluiting van Paranam in 2014, meer dan twee miljard USD gekost.
In 2003 verbood de regering Venetiaan/Adjodhia Grassalco, eigenaar van de concessie Grose Rosebel, om 20 % aan aandelen in Grose Rosebel Mines bij de overdracht van de concessie aan Cambior, te aanvaarden. Daarvoor in de plaats ontving de staat 5% A aandelen en twee miljoen B aandelen. Die twee miljoen B aandelen zijn sinds 2003 spoorloos. Die daad heeft Suriname minimaal 32.000 kg goud of ruim 2 miljard USD gekost en dat los van de schade als gevolg van de verdwenen B aandelen. In 2011 sloot de regering Bouterse een overeenkomst met Newmont waarbij Suriname 5% aandelen zou krijgen en 20% (stille vennoot) zou kopen. In eerste instantie was de regering overeengekomen om 400 miljoen USD te betalen daarvoor.
Na kritiek van DNA onder leiding van voorzitter J. Simons, werd het teruggebracht naar 300 miljoen USD. Ook dat bedrag was te veel. Immers de werkelijke investering was slechts 600 miljoen USD en geen 1,5 miljard zoals Cramer dat verklaarde op de avond. In 2016 werd door regering Bouterse/Adhin een overeenkomst, in verband met de afbouw van de Brokopondo overeenkomst aan DNA aangeboden. Die overeenkomst werd teruggestuurd naar de regering omdat volgens DNA, onder leiding van J. Simons, de voorstellen onethisch, immoreel en in het nadeel van Suriname was. Diezelfde overeenkomst werd echter in augustus 2019 goedgekeurd door dezelfde DNA. Vermelden waard is dat alle DNA-vergadering, met als agendapunt overeenkomsten met multinationals, 24 uren duurt.
Dat wil zeggen dat de regeringen maanden soms langer dan een jaar onderhandelen met de bedrijven en DNA, die moet nagaan als de overeenkomst in het belang van de samenleving is, dat in 24 uur klaart. In 2020 sloot Staatsolie (ten behoeve van de staat) een overeenkomst met IamGold waarbij zij 33% aandeel zou krijgen in het goud dat uit het erts van Klein Saramacca zou worden gewonnen. Hoeveel Staatsolie heeft betaald om de concessie in het gebied op te kopen is onbekend. Voor haar deelname als stille vennoot heeft ze toen 80 miljoen USD betaald. Tot 2023 had ze nog geen melding gemaakt van de ontvangst van dividend.
In blok 58 heeft Apache in haar overeenkomst met Total afgedwongen, dat zij voor 4,5 miljard USD en nog eens voor 25% van de bij komende kosten wordt gefinancierd. Verder moet Total 2 USD-premie op elke geproduceerde vat aan Apache betalen. Die twee USD gaat natuurlijk niet uit de zak van Total, maar als productiekosten worden opgebracht ten koste van de winstbelasting en winstolie van Staatsolie. Staatsolie die toestemming voor de deal van Apache en Totaal moest geven, moet 2,1 miljoen betalen aan Total om mee te kunnen doen in de winst olie.
De toekomst Vanaf voor de Tweede Wereldoorlog was er een grote vraag naar bauxiet in de wereld. Suralco had met het bauxiet van Suriname 25% van de wereldmarkt. Als het bauxiet van Suriname zo uniek is, waarom heeft er sinds die tijd geen enkel ander bedrijf in de sector geïnvesteerd in een aluinaardefabriek en/of een aluminiumsmelter. De meeste investeerders in de sector hebben hun activiteiten verplaatst, vooral na 1990, naar Azië. Ook na dat Suriname ruim 500 miljoen Nf in West Suriname had geïnvesteerd had ze geen interesse in Bakhuis. Uit het nieuws blijkt dat Chinalco problemen heeft met de aanvoer van bauxiet uit Guinea en dat ook de bauxietexport uit Australië is gestremd. Kan het bauxiet van bakhuis niet overgelaten worden aan de toekomst?
Kenneth Sukul