De Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname (NOB) en de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) hebben op donderdag 23 oktober een informatiesessie gehouden voor VSB-leden. Doel: ondernemers helpen betere toegang te krijgen tot kapitaal, tegen gunstiger voorwaarden dan commerciële banken.
De bijeenkomst was bedoeld om ondernemers inzicht te geven in de financieringsmogelijkheden die de NOB biedt, met name voor bedrijven die elders moeilijk krediet krijgen. De NOB positioneert zich nadrukkelijk als ontwikkelingspartner voor het bedrijfsleven. Daarbij wil de bank de kloof verkleinen tussen wat momenteel mogelijk is in de Surinaamse kredietverlening en wat volgens haar nodig is voor duurzame groei, vooral in de productieve sector.
Lagere rente, langere looptijd
De NOB biedt ondernemers twee hoofdvormen van krediet: investeringskredieten en werkkapitaalkredieten. Het onderscheidende punt ten opzichte van commerciële banken is volgens de bank dat deze leningen tegen lagere rentepercentages en met langere looptijden kunnen worden aangegaan. Ook zijn er zogeheten ‘grace periodes’, waarin nog niet hoeft te worden afgelost, afhankelijk van de aard van het project.
Voor investeringskredieten kan bij de NOB tot maximaal USD 100.000 worden geleend. Voor werkkapitaal ligt het plafond op USD 50.000.
Tijdens de sessie werd uitgebreid stilgestaan bij de beoordeling van aanvragen. Daarbij draait het niet uitsluitend om dekkingszekerheid (onderpand), maar vooral om de haalbaarheid van het project. Als een investering aantoonbaar levensvatbaar is, maar de ondernemer onvoldoende dekking kan bieden, is onder voorwaarden alsnog financiering mogelijk.
In zo’n geval kan een garantie worden aangevraagd bij de Stichting Garantiefonds Suriname, die door de NOB wordt beheerd. Dat biedt de mogelijkheid om een deel van het risico af te dekken.
Eigen inbreng blijft verplicht
Ondernemers die financiering willen aanvragen, moeten wel zelf bijdragen. De NOB hanteert als uitgangspunt dat de ondernemer minimaal 10 procent van het totale financieringsbedrag kan inbrengen.
Die eigen inbreng hoeft niet uitsluitend uit contant geld te bestaan. De bank erkent onder meer:
- liquide middelen,
- aanwezige kennis en capaciteit,
- recent aangeschafte apparatuur (binnen een periode van maximaal één jaar),
- andere aantoonbare bedrijfsmiddelen die relevant zijn voor het project,
- eerdere investeringen in de bedrijfsvoering binnen het afgelopen jaar.
Als de waarde van die bijdrage minimaal 10 procent bedraagt, kan dit worden meegeteld als eigen kapitaal.
Krediet zonder klassiek onderpand
Een belangrijk punt tijdens de sessie was financiering voor ondernemers in gebieden waar traditioneel onderpand niet beschikbaar is. Volgens NOB Chief Commercial Officer Shalini Khedoe is dat bijvoorbeeld het geval in gemeenschapsgebieden in het binnenland, waar geen harde zakelijke zekerheden (zoals eigendomsaktes) kunnen worden overgelegd.
In zulke situaties verlangt de bank eerst een schriftelijke toestemming of verklaring van het lokale gezag, zoals de kapitein van het dorp. Daarmee wordt volgens de NOB de bedrijfscontinuïteit en locatiezekerheid aangetoond. Als het project aantoonbaar haalbaar is, kan de bank vervolgens krediet verstrekken, waarbij tot maximaal 80 procent van het leenbedrag kan worden gedekt via een garantieconstructie.
NOB-IDB samenwerking: hogere plafonds
Naast de reguliere producten beschikt de NOB over een financieringsfaciliteit in samenwerking met de Inter-American Development Bank (IDB). Die faciliteit bedraagt USD 10 miljoen en wordt via zogenoemde first en second tier lending uitgezet.
Binnen dit NOB-IDB programma liggen de maximale leenbedragen hoger. Ondernemers kunnen in dat kader in aanmerking komen voor zowel investeringskrediet als werkkapitaalfinanciering tot maximaal USD 500.000.
De looptijden zijn in dit programma korter dan bij de reguliere NOB-kredieten. Voor investeringskredieten geldt een aflossingsperiode van ongeveer drie tot vijf jaar. Voor werkkapitaal gaat het om één tot drie jaar.
De NOB benadrukte tijdens de presentatie dat deze middelen bedoeld zijn om structurele, duurzame ontwikkeling te stimuleren. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om snelle handelsfinanciering, maar om productie, groei en werkgelegenheid.
Sectoren die zijn uitgesloten
Niet elke activiteit komt in aanmerking. Zowel in de reguliere lijnkredieten als binnen de NOB-IDB faciliteit worden bepaalde sectoren uitgesloten van financiering. Het gaat onder meer om:
- puur handelsactiviteiten (kopen en doorverkopen),
- aankoop van percelen,
- verkavelingsprojecten,
- primaire bosbouw.
Met deze voorwaarden zegt de NOB te willen voorkomen dat middelen weglekken naar speculatieve of extractieve activiteiten en in plaats daarvan worden ingezet voor ondernemingen die waarde toevoegen aan de reële economie van Suriname.













