Het conflict tussen de regering van Guyana en de joint venture-partners CGX Energy en Frontera draait om de status van het Corentyne-blok. De Guyanese overheid beweert dat de bedrijven hun verplichtingen niet zijn nagekomen, waardoor hun licentie is verlopen. CGX Energy en Frontera stellen daarentegen dat hun exploitatierechten nog steeds geldig zijn en dat zij binnen de wettelijke termijnen opereren.
Recentelijk hebben de joint venture-partners een officiële brief ontvangen van de Guyanese regering waarin zij tot 22 februari 2025 de tijd krijgen om hun zaak te bepleiten. Indien zij geen overtuigende argumenten kunnen leveren, zal elke resterende licentie op 10 maart 2025 als nietig worden beschouwd. Dit betekent dat CGX Energy en Frontera slechts een beperkte periode hebben om hun juridische strategie te bepalen en hun rechten te verdedigen.
REGERING GUYANA BLIJFT BIJ HAAR BESLUIT
Volgens de regering van Guyana zijn er geen gronden om een verlenging van de licentie te overwegen. De overheid is van mening dat de licentie en het bijbehorend petroleumcontract niet langer rechtsgeldig zijn en dat de joint venture haar verplichtingen niet is nagekomen. De brief aan CGX Energy en Frontera fungeert als een officiële kennisgeving van de annulering van de licentie, tenzij er overtuigende argumenten worden gepresenteerd.
Desondanks biedt de Guyanese regering ruimte voor een laatste onderhandelingspoging. In de brief wordt gesteld dat de regering bereid is om “te goeder trouw” gesprekken aan te gaan en de argumenten van de bedrijven in overweging te nemen. Toch wordt expliciet vermeld dat deze dialoog geen erkenning inhoudt dat de joint venture nog steeds over een geldige licentie beschikt.
CGX ENERGY EN FRONTERA BEREIDEN JURIDISCHE STAPPEN VOOR
CGX Energy en Frontera blijven erbij dat hun licentie voor het Corentyne-blok geldig is. In een verklaring lieten de bedrijven weten dat zij hun juridische opties onderzoeken en hun advocaten raadplegen over mogelijke stappen. Zij benadrukken dat zij al jarenlang investeren in het project en van plan zijn om de kwestie op kort termijn op te lossen.
Daarnaast waarschuwen de joint venture-partners dat een voortijdige intrekking van hun licentie negatieve gevolgen kan hebben voor de internationale reputatie van Guyana als investeringsbestemming. Zij stellen dat de beëindiging van hun contract kan leiden tot juridische claims en arbitrageprocedures die de regering duur komen te staan.
GROTE GEVOLGEN VOOR DE OLIEMARKT IN GUYANA
De situatie rondom het Corentyne-blok is van groot belang voor de olie- en gasindustrie in Guyana. Het land heeft de afgelopen jaren een snelle groei doorgemaakt op het gebied van offshore olieproductie en heeft investeerders van wereldklasse aangetrokken. De mogelijke intrekking van de licentie van CGX Energy en Frontera zou ruimte kunnen maken voor nieuwe spelers die sneller en efficiënter bijdragen aan de economische ontwikkeling van het land.
Voor de Guyanese overheid is het essentieel dat concessies niet ongebruikt blijven. De regering zoekt daarom naar partners die daadwerkelijk investeren en snel actie ondernemen. Door strengere regels te hanteren en concessies terug te vorderen bij niet-nakoming van afspraken, stuurt Guyana een duidelijke boodschap naar andere investeerders: naleving van contractuele verplichtingen is noodzakelijk.
JURIDISCHE STRIJD LIJKT ONVERMIJDELIJK
Met de deadline van 22 februari 2025 in zicht en de dreiging van een definitieve intrekking op 10 maart 2025, is de kans groot dat CGX Energy en Frontera juridische stappen zullen ondernemen. Of deze zaak zich zal ontwikkelen tot een langdurig juridisch gevecht of dat een compromis wordt bereikt, zal de komende weken duidelijk worden.
Bron inewsguyana