In de strafzaak tegen de 33-jarige R.M. is op 5 augustus 2025 een gevangenisstraf van acht jaar opgelegd voor het doden van zijn oom in een goudwinningskamp bij Grankreek, district Brokopondo. Het Openbaar Ministerie (OM) had tien jaar geëist.
Het fatale incident vond plaats op 25 mei 2025 na een ruzie over het zelfstandig winnen van goud. Volgens het strafdossier verliet de verdachte aanvankelijk de plaats van het conflict, maar keerde korte tijd later terug met een houten balk. Hij sloeg zijn oom, A.M., die op dat moment gehurkt bij een goudput zat, met kracht tegen het hoofd. Het slachtoffer viel in het water en overleed ter plaatse.
Uit het obductierapport blijkt dat het slachtoffer is overleden aan herseninklemming en zwaar hersenletsel als gevolg van stomp geweld.
Tijdens het requisitoir stelde de officier van justitie dat er geen sprake was van noodweer. “De verdachte had zich kunnen terugtrekken, maar koos ervoor terug te keren met een wapen en toe te slaan. Zijn handelen was doelgericht”, aldus het OM.
De eis van tien jaar cel werd onderbouwd door de bekentenis van de verdachte, getuigenverklaringen, forensisch bewijs van de plaats delict en het medisch obductierapport. Daarnaast werd door het OM verzocht om de gebruikte houten balken aan het verkeer te onttrekken.
De rechter oordeelde dat sprake was van doodslag, maar hield bij het vonnis rekening met het feit dat R.M. een first offender is. Hij werd uiteindelijk veroordeeld tot acht jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.