Het lag even stil rondom de mennonieten, maar ze zijn wel aanwezig in Suriname. “Er is een klein groepje nu aanwezig in Suriname, maar die zijn hier om de nodige voorbereidingen en investeringen te doen”, zegt Albert Ramdin, minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerkingen.
Minister Ramdin zegt verder dat er aan ongeveer 50 gezinnen toestemming is gegeven om voor de komende drie jaren te komen naar Suriname. Voor de regering zijn de mennonieten slechts ondernemers van het buitenland die zich proberen te vestigen. “Ze zijn reeds actief in de verschillende wijken en zijn bezig met de nodige voorbereidingen. Voor ons zijn het gewoon ondernemers die bezig zijn.” Dat ze naar Suriname komen staat nog vast, merkt Ramdin op.
Rond juni van dit jaar was bekend dat de groep mennonieten interesse hadden in Suriname en naar grond op zoek zijn voor hun onderneming. Wereldwijd zijn de mennonieten bekend als een religieuze community die bekend staan om hun agrarische nederzettingen. Binnen de samenleving was het niet duidelijk of zij grond van de staat krijgen of niet om te cultiveren. Tijdens een parlementsvergadering heeft de regering duidelijk aangegeven dat zij geen gronden zullen afstaan aan de mennonieten. Zij zullen de gronden voor het opzetten van hun agrarische onderneming, zelf moeten kopen.
Vooralsnog is nog niet bekend waar de mennonieten hun onderneming zullen opzetten en wat zij precies zullen verbouwen. Binnen de regio zoals in Bolivia, Argentinië, Belize hebben zij nederzettingen opgezet en zijn omarmd door de lokale bewoners van de landen. De mennonieten zijn een uiterst extreem religieuze groep, die een aparte levensstijl op na houden. Hun onderwijs, leefgewoonte en voeren van religie is anders dan wat wij gewend zijn in de normale samenleving. Vaak genoeg zonderen zij zich ook af van de grote maatschappij en willen niet afhankelijk zijn van de moderne technologie, zoals wij dat zijn.
In bijna vijf eeuwen van hun geschiedenis hebben mennonieten pionierswerk verricht op vele geografische grenzen. Afkomstig uit Zwitserland, maar vernoemd naar de Nederlandse theoloog Menno Simons, zijn de mennonieten de directe erfgenamen van de zestiende-eeuwse wederdoperstraditie. Hun trouw aan het christelijk pacifisme, hun afwijzing van de kinderdoop en hun weigering om de dictaten van de staat over religieuze zaken te aanvaarden, resulteerden in vervolging en gedwongen migraties van het ene land naar het andere.
Sommigen zochten vanaf 1683 hun toevlucht in het koloniale Amerika. Veel Nederlandse en Noord-Duitse mennonieten migreerden achtereenvolgens naar Pruisen, Rusland en, na 1873, naar de Verenigde Staten en Canada. Diversiteit in sociale achtergronden, etniciteit, Duits dialect, kleding, levensstijl en aanbiddingsvormen resulteerde in de ontwikkeling van veel afzonderlijke mennonitische groeperingen.
De grote vervolgingen van mennonieten en andere anabaptisten in de 16e eeuw dwongen een groep mennonieten om vanuit Nederland te emigreren naar het gebied van de Vistula-rivier in wat nu Noord-Polen is, waar hun gemeenschappen floreerden. Nadat hun laatste martelaar in 1574 in Nederland stierf, vonden de mennonieten daar eindelijk politieke vrijheid, en tegen 1700 had het gedoopte lidmaatschap van de mennonitische kerken van Nederland de 160.000 bereikt.
Op het gebied van geloof volgden ze de Verlichting, een intellectuele beweging uit de 17e en 18e eeuw die hoopte op menselijke verbetering door het juist gebruik van de rede. Omdat veel van de beroepen voor hen gesloten waren, wendden de mennonieten zich tot het bedrijfsleven, waarbij ze rijk en verstedelijkt raakten. Ze werden bekend als kunstenaars, schrijvers en beschermers van sociale programma’s. Ondanks hun welvaart in de 18e eeuw was hun ledenaantal in 1837 gedaald tot ongeveer 15.000. De achteruitgang was het resultaat van vele factoren, waaronder de wens om overheidsposities te verwerven, desinteresse in de kerk als gevolg van de groeiende rijkdom, en de aantrekkingskracht van de leringen en diensten van de gereformeerde kerk.
Vervolgingen die in Zwitserland tot in de 18e eeuw voortduurden, dreven veel mennonieten naar Zuid-Duitsland, de Elzas, Nederland en de Verenigde Staten. Een Groot Schisma vond plaats in 1693-1697, toen de Zwitserse mennonitische ouderling Jakob Amann, in een poging om wat hij verstond als bijbelse discipline, de beweging te behouden en de Amish-kerk te vormen. Van de 17e tot de 20e eeuw leefden de meeste mennonieten in Zwitserland, Zuid-Duitsland en de Elzas in halfgesloten plattelandsgemeenschappen met een eenvoudige agrarische economie. Religieus werden ze beïnvloed door het piëtisme, oorspronkelijk een lutherse beweging die de nadruk legde op persoonlijke religieuze ervaring en hervormingen.