Er is een aantal onverklaarbare hoge uitgaven geconstateerd op een aantal ministeries.
“Aan de ene kant worden er veel lastenverzwarende maatregelen getroffen tegen het volk, terwijl er heel veel te zeggen is over de uitgaven van de regering”, zei parlementariër Rabin Parmessar van de Nationale Democratische Partij (NDP) donderdag in De Nationale Assemblee (DNA) tijdens de behandeling van de Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde 2022.
Parmessar geeft aan dat op het Ministerie van Binnenlandse Zaken in januari SRD 53.7 miljoen is uitgegeven aan salarissen. In februari liep dit op tot SRD 54 miljoen, terwijl in maart 77.9 miljoen is uitgetrokken uit de staatskas voor salarissen voor het personeel van dit ministerie.
Ook op het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij is deze trend te zien over dezelfde periode. In januari werd SRD 8.5 miljoen uitgegeven aan salarissen, in februari was dat SRD 9.2 miljoen en in maart SRD 12.5 miljoen. “Er kunnen wel toelages en achterstanden misschien zijn, die uitbetaald moesten worden. Maar zoveel?”
De parlementariër geeft verder aan dat ook op het Ministerie van Openbare Werken de uitgaven gestegen zijn. In januari bedroegen de personeelsuitgaven SRD 18 miljoen, in februari was dat SRD 25 miljoen en in maart liep dit op tot SRD 29.5 miljoen.
Op het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme werd in januari SRD 7.5 miljoen uitgegeven aan salarissen, in februari SRD 8.3 miljoen en in maart SRD 12 miljoen. Ook op het Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu is deze trend te merken, want in januari werd SRD 3.4 miljoen uitgegeven, in februari SRD 3.8 miljoen en in maart SRD 5.9 miljoen.
Volgens Parmessar heeft hij vaak in DNA gevraagd aan de minister van Binnenlandse Zaken hoeveel mensen er in dienst zijn genomen in de afgelopen periode, maar er is nooit antwoord gegeven op de vraag. Het kan zijn, dat er meer mensen in dienst zijn genomen op de ministeries, waardoor de uitgaven zijn toegenomen.
Hij haalt aan dat volgens de Comptabiliteitswet de minister van Financiën en Planning hierover de DNA halfjaarlijks moet informeren.