Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten om over te gaan tot vordering van een gerechtelijk vooronderzoek (GVO), in de Pan American Real Estate-zaak die door een klokkenluider is gemeld.
Het OM geeft aan dat ze een politiedossier heeft ontvangen. Na analyse van de onderzoeksresultaten van de politie en gelet op de aard van de zaak, zal het OM dus een GVO starten. Eerder dit jaar is door een klokkenluider anoniem een dossier ingediend met onderliggende stukken waar wordt aangegeven dat de minister van Openbare Werken de staat zou hebben benadeeld voor USD 8 miljoen. Volgens het OM destijds had de klokkenluider niet alle onderliggende stukken gestuurd om een concreet onderzoek te kunnen uitvoeren, echter midden februari leverde dezelfde klokkenluider aanvullende stukken aan.
In de aanvullende stukken van de klokkenluider staat dat er een valse missive zou zijn opgemaakt nadat bleek dat de vorige minister van Financiën en Planning die missieve resoluut had afgewezen om de eerste opgemaakte stukken van toen USD 7.500.000 uit te betalen. Volgens de stukken van de klokkenluider trachtte de minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, de missive goedgekeurd te krijgen via de Raad van Ministers. Het raadsvoorstel werd echter terugverwezen door de vicepresident omdat de onderliggende stukken niet aanwezig waren. Nurmohamed zou het dan goedgekeurd willen krijgen via de president tijdens de regeringsraad, waar de president de voorzitter van is.
De minister van Financiën had aangegeven niet over te gaan tot betaling omdat de samenwerkingsovereenkomst met Pan American Real Estate en het Fonds Woningbouw Lagere Inkomensgroepen geen karakter van een Private Public Partnership hebben. “De definitie van PPP houdt in dat er sprake is van een samenwerking tussen de overheid en bedrijven. Er is een heldere verdeling van taken en risico’s. De regie van een project en het eindresultaat blijven in handen van de overheid. Bedrijven doen zoveel mogelijk de uitvoering en financiering.” Dit vond allemaal plaats in 2022. Het Openbaar Ministerie benadrukt dat in deze case vooralsnog niemand als verdachte is aangemerkt.