In mijn opiniestukken ‘Heeft de VN-klimaattop meerwaarde?’ en ‘Tussentijdse resumé COP27’ ben ik breedvoerig ingegaan op wat de mogelijke voordelen van de COP27 in Egypte zijn voor de wereld én Suriname. Ook heb ik met voorbeelden aangegeven wat de complexiteit is van deze VN-klimaatconferentie in een land waar mensenrechten structureel vertrapt worden. Met veel interesse heb ik deze zeer importante mondiale conferentie op de voet gevolgd. Mijn persoonlijke perceptie is dat de klimaattop is mislukt. Kennelijk is de urgentie niet voldoende doordrongen om de politieke stappen te zetten die echt nodig zijn.
Het is historisch dat zuidelijke landen erin zijn geslaagd om het onderwerp klimaatschade op agenda te krijgen. In de Egyptische Sharm-el-Sheikh is voor het eerst gedelibereerd over een miljardenfonds, bedoeld om de klappen van klimaatschade op te vangen. Arme oftewel ontwikkelingslanden hebben het al moeilijk genoeg met het oplossen en micro managen van multidimensionale crises. Alhoewel de klimaattop een grote stap zet om kwetsbare landen te helpen, is het zeer teleurstellend dat te weinig stappen zijn gezet om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Er moet snel actie ondernomen worden in de aanpak van klimaatvraagstukken.
In mijn tussentijdse resumé heb ik het woord klimaatrechtvaardigheid gebezigd. “Klimaatrechtvaardigheid is dé oplossing tegen gevaarlijke opwarming. Om het klimaatprobleem aan te pakken, moeten we naar de oorzaak kijken: de ongelijke verdeling van geld en macht in de wereld. De rijken veroorzaken de meeste schade, terwijl de armen de gevolgen hiervan ervaren. Als we de klimaatcrisis willen stoppen, moeten we deze cirkel doorbreken”, aldus een passage uit de pennenvrucht.
De financiële wereld heeft niet genoeg geld vrijgemaakt om landen te helpen hun koolstofemissies te verminderen en hun economieën aan te passen aan de veranderingen die worden veroorzaakt door de opwarming van de aarde. Echter, de COP27-gesprekken suggereren dat er verandering op komst is. Een van de stappen die waarschijnlijk meer geld zal vrijmaken, is een plan om vooraanstaande openbare geldschieters zoals de Wereldbank te hervormen, zodat ze meer risico kunnen nemen en meer geld uitlenen. Landen hopen daarmee dat meer particuliere investeerders zich aansluiten. Deals die tijdens de gesprekken zijn gesloten, geven ook hoop op snellere actie, met als belangrijkste een baanbrekende deal tussen landen als de Verenigde Staten en Japan, en particuliere investeerders om Indonesië te helpen sneller af te stappen van kolengestookte elektriciteitsopwekking.
Landen hebben een weinig ambitieus slotakkoord bereikt
In de verlenging van de klimaattop moesten de bijna tweehonderd landen op veel punten nog overeenstemming bereiken. Dat is uiteindelijk gelukt, er is een slotakkoord bereikt. De landen zijn het onder meer eens geworden over een fonds voor ontwikkelingslanden die schade oplopen vanwege de gevolgen van klimaatverandering. Landen die nu al de effecten van de opwarming van de aarde voelen, zoals Pakistan dat recentelijk overstroomde, wilden al langer zo’n fonds. Volgens de COP27-voorzitter Sameh Shoukry is het passend dat dit fonds is opgericht tijdens deze klimaattop die plaatsvond op het Afrikaanse continent.
De oprichting van een schadefonds voor de bijzonder kwetsbare landen is een zeer positieve uitkomst. Het valt echter wel te betreuren dat zo een instantie nodig is, simpelweg omdat er in de voorbije 40 jaar geen enkele afdoende maatregel of beleid ingevoerd werd voor mitigatie of aanpassing. Het kapitaal zal niet beantwoorden aan de noden van miljarden mensen die getroffen zijn door de klimaatverandering, indien het een lege doos blijft. Het Parijsakkoord en het engagement dat de geïndustrialiseerde landen in 2009 in Kopenhagen maakten worden nog steeds niet gerespecteerd. Hoeveel geld het fonds gaat kosten, wie precies mee moet betalen en welke landen mogelijk geld ontvangen is allemaal nog onduidelijk. Dat wordt in het komende jaar besproken. Voor veel mensenrechtenorganisaties is dit fonds een historisch moment in de geschiedenis van de klimaattop.
Reeds voor het bereiken van een slotakkoord had de Belgische premier Alexander De Croo beloofd om met miljoenen in te komen om onder andere Mozambique te ondersteunen. Landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben inmiddels ook geld toegezegd. De meningsverschillen tussen landen zijn echter nog bijzonder groot. De Verenigde Staten van Amerika hebben laten doorschemeren dat zij de portemonnee willen opentrekken om opkomende landen te helpen met het herstel van klimaatschade, maar alleen als de Volksrepubliek China gaat meebetalen. Ik zal citeren uit mijn vorig stuk: “De natuur, biodiversiteit en ecologische systemen in de wereld, hebben niets aan kat-en-muisspelletjes. Terwijl de discussies complexer worden, gaan de vervuiling en vernietiging onverkort door. China, India en Rusland zijn zeker ook verantwoordelijk. Het zijn grote vervuilers die ook een factuur opgestuurd moeten krijgen om klimaatschade te vergoeden. Helaas gaat het er niet zo simpel aan toe in de geopolitiek.”
Een aantal partijen, waaronder de Europese Unie, wilden in ruil voor het klimaatschadefonds wel dat landen extra stappen zetten om verdere opwarming te voorkomen. Zo wilde de EU bijvoorbeeld dat in de slottekst niet alleen staat dat steenkoolgebruik moet worden afgebouwd, maar ook het gebruik van alle fossiele brandstoffen – ook olie en gas – om zo de uitstoot van broeikasgassen verder terug te dringen. Verder is afgesproken dat landen tot eind 2023 de tijd hebben om hun klimaatdoelen bij te stellen om de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs te halen. De afspraak om de klimaatdoelen jaarlijks aan te scherpen, stond ook in de Glasgow-overeenkomst van 2021. Hier hebben de meeste landen zich niet aan gehouden.
Complexiteit slotakkoord
Kwetsbare landen en campagnevoerders droegen in het verleden aan dat rijke landen die met hun historische uitstoot van broeikasgassen het grootste deel van de klimaatverandering veroorzaakten, moesten betalen. De tekst van de overeenkomst laat een aantal cruciale details open die volgend jaar en daarna moeten worden uitgewerkt, waaronder wie zou bijdragen aan het fonds en wie er baat bij zou hebben. Er is tijdens de deliberaties tussen wereldleiders, politici, klimaatdeskundigen en activisten een constant interpretatieverschil over ‘verlies en schade’. Bij de klimaatbesprekingen verwijst de uitdrukking naar kosten die worden gemaakt door klimaatverandering veroorzaakte weersextremen of -effecten, zoals een stijgende zeespiegel. Klimaatfinanciering is tot nu toe voornamelijk gericht geweest op het terugdringen van de uitstoot van kooldioxide om de opwarming van de aarde te beteugelen, terwijl ongeveer een derde daarvan is besteed aan projecten om gemeenschappen te helpen zich aan te passen aan toekomstige gevolgen.
De financiering van ‘verlies en schade’ is anders en dekt met name de kosten van schade die landen niet kunnen vermijden of waaraan ze zich niet kunnen aanpassen. Maar er is nog geen overeenstemming over wat moet worden beschouwd als ‘verlies en schade’ veroorzaakt door klimaatverandering, waaronder mogelijk beschadigde infrastructuur en eigendommen, evenals moeilijker te waarderen natuurlijke ecosystemen of culturele activa. Een rapport van 55 kwetsbare landen schatte hun gecombineerde klimaatgerelateerde verliezen over de afgelopen twee decennia op in totaal US$ 525 miljard of 20 procent van hun collectief bruto binnenlands product (bbp). Sommige onderzoeken suggereren dat dergelijke verliezen tegen 2030 kunnen oplopen tot US$ 580 miljard per jaar. Het akkoord is voor nu nog een olielampje in een grote donkere tunnel. Het kan nog lang gaan duren, want het zijn toch weer de rijke landen die steeds komen met vertragingstechnieken. Zij stellen zich vaak ook op als een neo-kolonisator en zijn pas bij grote voordelen bereid om hun portemonnee met inhoud op tafel te zetten.