Minister Andre Misiekaba van Volksgezondheid doet een beroep op de weggetrokken verpleegkundigen om terug te keren. Ik noem het een nobele daad. Een emotionele oproep dat direct hun nationaliteitsgevoel raakt. Maar ik denk dat een oproep alleen niet voldoende zal zijn om de zusters en broeders terug te halen.
Pull- en pushfactoren
De pull- en pushfactoren van wegtrekkende verpleegkundigen zijn bekend. In 2006 studeerde Suze Holband zelfs op dit onderwerp af. De titel van haar scriptie: “Relatie tussen het verschijnsel braindrain en arbeidssatisfactie: een onderzoek naar deze relatie onder het midden- en hogerkader van het verpleegkundig korps in Suriname”.
Het was al in 2006 duidelijk. In feite al lang daarvoor. Verpleegkundigen trekken weg omdat:
- Het salaris superlaag is, kortom: verpleegkundigen e pina.
- Er geen huisvesting is.
- Er nauwelijks ontwikkelingskansen zijn.
- Er geen tot weinig investering in de gezondheidszorg plaatsvindt.
Ze trekken weg. Vooral naar Nederland. Het land registreert dit jaar een tekort van 66000 als we zorgwerkers op alle niveaus meetellen. Hoewel het salaris niet tot de hoogste behoort, zien we in Nederland dat:
- Sociale huurwoningen bij voorkeur worden toegewezen aan verpleegkundigen.
- Verpleegkundigen in staat zijn te sparen, een mooie auto kunnen tot zelfs een huis in hun geboorteland bouwen.
- Verpleegkundigen kunnen reizen naar het buitenland.
- Ze zich sneller kunnen ontwikkelen en sneller kunnen doorgroeien in hun vak.
- Ze hun achtergebleven familie/gezin (financieel) beter ondersteunen.
Ik ben daarom bang dat de oproep van minister André Misiekaba slecht gehoor zal krijgen. In plaats van te zinspelen op het nationaliteitsgevoel van de zorgwerkers, denk ik dat het beter is om:
- Verpleegkundigen te verheffen tot een essentiële/structurele/strategische groep en ze op grond daarvan beter te betalen. Begin met SRD 20.000 voor de laagste functies.
- Bij toewijzing van sociale woningbouwprojecten (student-)verpleegkundigen voorrang te geven.
- Zachte leningen te bieden voor de aanschaf van voertuigen, of subsidie voor openbaar vervoer.
- “Leren en Werken” in de zorgsector te introduceren. Nu moeten studenten eerst leren (dus pinaren) en dan werken (verder pinaren). Binnen het leertraject zou een normaal salaris, behorende bij die uit te voeren werkzaamhedenbetaald moeten worden.
- Verpleegkundigen die verder willen studeren die gelegenheid te geven.
- Een prettig werkklimaat en -cultuur te creëren en pestkoppen in de zorg te verwijderen! (Onderschat dit niet!)
- Ondernemerschap binnen de zorgsector te stimuleren (verzorgingstehuizen, huis-aan-huisverzorging etc.). Dit geeft verpleegkundigen een extra reden om in Suriname te blijven investeren.
Minister Misiekaba, niet doorgaan op de oude voet of doen zoals de vorige regering. Dat was: niets doen voor verpleegkundigen, maar wel alles proberen om hen het leven zuur te maken door hun vertrek te blokkeren. Dus… ze trekken tóch weg en zijn bereid in Nederland opnieuw te beginnen.
Natuurlijk moet er meer gebeuren. Want als het probleem van de pull- en pushfactoren binnen de zorgsector is opgelost, zitten we nog steeds met: inflatie, slecht openbaar vervoer, slechte sociale voorzieningen, slechte infrastructuur en corruptie – om maar een paar te noemen.
Tot slot: De Surinaamse ambassade in Nederland kan onder de Surinaamse verpleegkundigen een onderzoek doen. Ik denk aan:
- Leefomstandigheden (type werkgever, inkomen en leefomgeving).
- Aantal jaren in Nederland.
- Binding met Suriname.
- Bereidheid tot terugkeer (wanneer en onder welke voorwaarden).
- Algemeen welzijn.
Dit onderzoek kan het ministerie – en dus de overheid – waardevolle informatie verschaffen, waardoor het beleid daarop toegespitst kan worden.