Wijstaan aan de vooravond van de 47ste herdenking van de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname. Als nationalist voel ik mij verplicht om in dit opiniestuk een ode te brengen aan Trefossa. Trefossa is het pseudoniem van Henri Frans de Ziel, de grondlegger van de moderne Surinaamse literatuur en schrijver van het tweede couplet van het Surinaams volkslied. Trefossa is met zijn scheppend vermogen ook de bedenker geweest van het woord ‘Srefidensi’. Suriname maakte zich in 1975 op voor de staatkundige onafhankelijkheid, maar een woord om deze status aan te duiden bestond in de nationale taal Sranantongo nog niet. Na bezig te zijn geweest met inkt op tientallen kladjes papier heeft hij het woord gecreëerd.
Het is zeer important om onze geschiedenis te kennen en vooral eruit te leren. De antwoorden op vele hedendaagse sociaalmaatschappelijke vraagstukken liggen verborgen in de historie. Om de eigen geschiedenis acceptabel te maken, voegt eenieder er een stukje legende aan toe. Dat heeft de voormalige kolonisator ook gedaan. De Surinaamse geschiedenis moet herschreven worden door historici en wetenschappers van eigen bodem. Tijdens het bezoek van de Nederlandse premier Mark Rutte heb ik zijn toespraken heel kritisch geanalyseerd. Excuses en herstelbetalingen voor het trieste en bloedige koloniale verleden waren mijn aandachtspunten. Echter, is mij ook opgevallen dat de Hollandse regeringsleider tijdens zijn toespraak Johan Ferrier memoreerde, terwijl onze eigen DNA-voorzitter Marinus Bee de Griekse filosoof Aristoteles en gewezen president van de Verenigde Staten van Amerika, Obama citeerde. Dit bewijst dat het nationale bewustzijn echt nog op gang moet komen.
Mark Rutte: “Om het te zeggen met de woorden van Johan Ferrier, wiens naam voor altijd verbonden zal zijn met de geschiedenis van Suriname: ‘Geen mens, geen land, geen volk en geen continent is onafhankelijk. De kern van het leven is je ervan bewust te zijn dat je anderen nodig hebt.’ Dat was voor Ferrier de ware betekenis van het woord Srefidensi: vanuit eigen kracht en zelfstandigheid verbinding zoeken en samenwerken”, aldus premier Rutte. Echter, zou het mooi zijn als een Surinamer de minister-president dat stukje geschiedenis van Trefossa zou vertellen. Henri Frans de Ziel kwam eerst op het woord ‘Srefidenki’; vanuit eigen kracht en zelfstandigheid verbinding zoeken.
Onafhankelijkheid en tegenstellingen
Mijn denkbeelden kunnen zich herenigen met de visie van politicoloog Hans Breeveld. Als Suriname wel of niet onafhankelijk moest worden, blijft een moeilijke en emotionele discussie. Door de jaren heen heb ik veel literaturen gelezen die direct of indirect vertellen over de Surinaamse onafhankelijkheid. Nederland wilde ons niet meer in het koninkrijk, dat is voor mij duidelijk. Breeveld: “De onafhankelijkheid was noodzakelijk om ons te genezen van de geestelijke slavernij en de minderwaardigheidscomplexen die het kolonialisme met zich meebracht.” Uit de politieke biografie van Jan Pronk over Suriname kan ik vaststellen dat de onafhankelijkheidswens vanuit Suriname kwam. Pronk was als minister van Ontwikkelingssamenwerking nauw betrokken bij de onafhankelijkheid van het land in 1975 en heeft ook nadien Suriname vaak bezocht. Breeveld benadrukt in zijn politieke biografie dat Suriname niet klaar was voor onafhankelijkheid. Volgens de oud-minister heeft de koloniale machthebber enorm huisgehouden in het land. “Het was een Nederlandse constructie. De grenzen waren door Nederland bepaald, de bevolkingssamenstelling was het resultaat van de koloniale opstelling. De bestuurlijke capaciteit van Suriname was gering. Het land was niet in staat om zelf de democratie te dragen en de economie op gang te brengen”, aldus Pronk. Hij geeft ook aan dat in Suriname de rechtsstaat veel verder en beter ontwikkeld was dan in de meeste nieuwe landen in Afrika. Er was een parlementaire democratie, vrije pers en een onafhankelijke vakbeweging.
Op de Nederlandse scholen leert men dat Joop den Uyl, gewezen premier van Nederland (1973) van mening was dat Nederland geen koloniën meer hoorde te hebben. Suriname diende zo snel mogelijk onafhankelijk te worden. Dit is kolder! Nederland had al genoeg geprofiteerd van het wingewest en wilde zich meer focussen op de eilanden. De ontwikkeling die daar is gebracht in dezelfde periode spreekt boekdelen. Nederland werkte vanaf 1973 mee aan een haastige voorbereiding van de onafhankelijkheid en de politiek in Suriname raakte verdeeld over de kwestie. De oppositie was bang dat de onafhankelijkheid tot chaos zou leiden en vond het te vroeg om onafhankelijk te worden. De nieuwe grondwet van Suriname moest bijvoorbeeld nog worden opgesteld. Ook in sociaal opzicht liepen de spanningen hoog op. De etnische spanningen zijn ons allen bekend.
Een samenleving creëren we samen
De laatste tijd zien we in de Surinaamse gemeenschap in en buiten het land toenemende spanningen tussen de twee grootste etnische groepen: Hindoestanen en Afro-Surinamers. De spanningen komen tot uiting op sociale media, in discussies op straat, in de huiskamer en op het werk. Die spanningen hebben een geschiedenis, die geworteld is in het koloniale verleden. Mijn hart bloedt van alle negativiteit. Het wordt tijd dat de huidige Surinaamse generatie sterk van zich laat horen en elke vorm van discriminatie en racisme afkeurt.
In Suriname staat de discussie over etnische identiteit en natievorming nog in haar kinderschoenen vergeleken met Bolivia, waar sociale bewegingen al decennialang hierover discussiëren en beleid ontwikkelen. Het is tijd dat ook in Suriname deze discussie serieus wordt gevoerd. In onze ingewikkelde maatschappij, waar verschillende belangen, inzichten en overtuigingen steeds met elkaar moeten worden verenigd, wordt nu méér van ons gevraagd. We zijn te gering in aantal om zo verdeeld te zijn. Nationaal bewustzijn is geboden; het uitgangspunt hierbij is dat alle Surinamers nodig zijn voor de ontwikkeling van het land. Wij hebben de historische plicht om dit land tot ontwikkeling te brengen. Een samenleving creëren wij sámen.
Discriminatie moet expliciet verboden worden. Dat betekent dat ieder etnische groep naar evenredigheid vertegenwoordigd mag worden in alle lagen van het staatsbestuur en in alle sociale, culturele en economische voorzieningen. Dat komt niet zomaar tot stand. Daar is beleid voor nodig. De harmonie tussen de groepen moet actief bevorderd worden. Daar is beleid voor nodig om solidariteit te ontwikkelen, elkaars culturen te leren kennen en te respecteren. Dat gebeurt niet vanzelf. Discriminatie, uitbuiting, sociale onrechtvaardigheid hebben hun wortels in kolonialisme. Dekolonisatie is een taak van de Staat in alle aspecten van de samenleving: economisch, politiek, sociaal en cultureel.
Inconsequent handelen van de overheid kan verdeeldheid en verwarring zaaien in de samenleving. Wat zullen wij dan oogsten? In debat en dialoog kunnen de positieve krachten worden ondersteund. Voorkomen moet worden dat mensen de hoop op een betere samenleving opgeven, vereenzamen en wegglijden in een maatschappelijk isolement. De ander zullen we steeds als mens moeten blijven zien, als medeburger vasthouden én ondersteunen.
Erkenning oorspronkelijke bewoners cruciaal
Vanaf de onafhankelijkheid van de kolonie Suriname en de instelling van volgens een constitutie onafhankelijke republiek, is er met de rechten van de marrons en de inheemsen in het bijzonder gesold. Wij mogen niet op die manier omgaan met de belangen van Surinames oorspronkelijke bewoners. Een staatsman van formaat heeft ooit gezegd: “Een natie die de rechten van haar oorspronkelijke bewoners niet behartigt, zal nimmer tot ontwikkeling komen.”
Ik roep als Surinamer – maar in eerste instantie als een godvrezende persoon – de overheid, politieke partijen, alle instituten van de Trias Politica, niet gouvernementele organisaties en alle Surinaamse burgers op om op welke manier dan ook op te komen voor het behartigen van de rechten van de inheemsen én tribale volken. De zegeningen zullen merkbaar zijn in de ontwikkeling van de natie. Immers zonder erkenning van de rechten van de oorspronkelijke bewoners heb je geen natie, maar wel discrimi-natie. Inheems bloed stroomt door de aderen van dit mooi land, genaamd Suriname!