Minister Prahlad Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij(LVV) zegt dat er een fenomeen gaande is binnen de visserijsector. Hij merkte woensdag bij de raad van ministers op tegenover journalisten dat hij onlangs een aantal vissers heeft gesproken die gebruik maken van de dokfaciliteiten van Centrale vissershaven Suriname (CEVIHAS). Vertegenwoordigers van visserscollectieven waren ook aanwezig.
“De afzet van vis op de buitenlandse markt loop heel erg stroef. Er is nu een lokaal een overschot en vissers zijn vol. Ze hebben zelf containers op hun erf staan waarin vis ligt.” Hij stelt dat deze ontwikkelingen zich voordoen omdat de wereldmarkt zo reageert. Hij stelt dat er kennelijk iets aan de hand is, of er is een overschot. Het kan ook dat het aan de prijzen ligt of Suriname te duur is.
De vangsten van de afgelopen tijd spelen volgens de bewindsman ook een rol in de overschotten die zijn ontstaan. Het probleem is ook dat de vissers faciliteiten moeten hebben om de vis lang goed te houden. “Je moet ook zoveel financiële armslag hebben om je vis zo lang goed te bewaren als het verwerkt en bevroren is.”
Sewdien zegt dat het vraagstuk over de afzet een marktwerking is.
Hij stelt dat hij bij het onderhoud met de sector heeft aangehaald dat de belanghebbenden zich moeten richten op goedkopere productie en het verder omlaag brengen van de kostprijzen. Dit om concurrentie mogelijk te maken. Sewdien stelt ook dat docking fee op dit moment in Suriname heel erg hoog is. Heel wat mensen brengen daarom hun boten naar Guyana om daar te onderhouden. Dat gebeurt met toestemming van LVV.
De minister zegt dat als er lokaal faciliteiten gecreëerd kunnen worden, het beter zal zijn om de boothouders hier te houden. Hij stelt dat de Surinaamse belanghebbende organisaties vindingrijk moeten blijven om te kijken wat er nog meer gedaan kan worden om de kosten omlaag te brengen.