Verschillende parlementariërs hebben de regering gevraagd om beter uitleg te geven over de impact die Belasting over de toegevoegde waarde (BTW), kan hebben op de samenleving. Dit hebben zij gisteren gedaan bij de behandeling van de ontwerpwet BTW.
De BTW zou in eerste instantie ingaande juli 2022 doorgevoerd worden, maar de regering heeft om technische redenen daarvan afgezien. De invoering van de BTW staat nu gepland voor 1 januari 2023 en bedraagt 15%. De doorvoering van de BTW, is een van de eisen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
De parlementariërs willen onder andere weten of de overheid het administratief zal aankunnen om binnen een mum van tijd de BTW landelijk te introduceren. Daarnaast is er ook gevraagd of alles in kannen en kruiken is en welk effect de invoering van de BTW zal hebben op de prijzen. Assembleeleden vrezen dat de samenleving het zwaarder zal hebben met de invoering van de BTW. Ofschoon de wet nog enkele wijzigingen moet ondergaan, is er aan de regering gevraagd exact aan te geven hoe de wet eruit zal zien en in de praktijk zal werken.
Asiskoemar Gajadien, VHP-fractieleider en voorzitter van de commissie van rapporteurs (CvR), voerde aan dat naast de BTW die betaald moet worden, er ook een nultarief is voor essentiële goederen. Volgens Gajadien komt de BTW in de plaats van de omzetbelasting.