“Ik heb niks te verbergen en ik weet dat ik niks heb gedaan. Ik heb slechts hulp aangeboden aan de politie omdat zij niet genoeg vervoer hadden om de graafmachines te halen”, zegt Pascal Brunswijk.
Er is momenteel onderzoek gaande waar Brunswijk zijn naam wordt genoemd en er wordt gesuggereerd dat hij wordt verdacht van verduistering van een graafmachine van het merk Caterpillar. De machine zou een waarde van EURO 250.000 hebben. Brunswijk zegt echter dat zijn naam onterecht wordt genoemd in de zaak. “Omdat ik de zoon van Brunswijk ben, den man wan blaka mi pa nen. Ik ga dat niet accepteren”, zegt Brunswijk duidelijk.
Graafmachines eigendom van Frans bedrijf
Volgens Brunswijk zijn verhaal en papieren die zou zijn overlegd zouden de machines eigendom zijn van een bedrijf in Frans-Guyana, waar Paul A. gemachtigd zou zijn om zaken en belangen van het bedrijf te behartigen in Suriname. Brunswijk zegt dat Paul A. een goede kennis van hem is terwijl Bernard Cetout beweert dat Brunswijk de machine zou hebben verduisterd. Brunswijk zegt dat Cetout de machines in Frans-Guyana heeft gekocht bij het bedrijf waar voor Paul A. gemachtigd is.
“Hij heeft de machines zogenaamd ‘gekocht’, maar heeft nooit betalingen gedaan voor de machines. Hij heeft gezegd dat hij ze zou kopen, heeft de machines over de grens gesmokkeld en ze ingezet om te werken in het Langatabiki gebied”, legt Brunswijk uit. Brunswijk zegt dat het om twee graafmachines en twee auto’s gaat. Contout zou slechts EURO 20.000 hebben betaald terwijl hij volgens Brunswijk nog EURO 8000 moet betalen.
Brunswijk stelt duidelijk dat hij geen enkele machine heeft verduisterd. “De eigenaar heeft zijn machine terug genomen. We zijn met de politie die machine gaan halen bij Cetout omdat hij niks had betaald. Paul A. heeft toen op advies van Brunswijk aangifte gedaan bij de politie in Albina, nadat bleek dat Contout de machine heeft gesmokkeld, zonder papieren en/of toestemming van het bedrijf, ook zonder contract”, legt Brunswijk uit.
Paul A. zou al langer dan een jaar achter Cetout zitten voor het geld dat hij moet betalen aan het bedrijf in Frans-Guyana, echter bleef Cetout uit met de betalingen. Brunswijk legt uit dat Contout met een cheque zou hebben betaald aan Paul A., maar dit bleek achteraf een valse cheque te zijn. “Want geen enkele cheque is doorgegaan voor betaling”, zegt Brunswijk. Cetout is enkele keren gebeld om toch nog betalingen te doen, maar het bleef maar bij beloften elke keer, zegt Brunswijk.
Aangifte tegen Contout
Er is toen aangifte gedaan bij de inspecteur van politiepost Albina, bij Michel Lim Hok Koen. Paul A. zou bij de aangifte alle papieren hebben overlegd, inclusief een machtiging van het bedrijf in Frans-Guyana dat hij bevoegd is om alle zaken voor het bedrijf te regelen in Suriname. De baas van Paul A. zou ook hebben gesproken met de politie toen er aangifte was gedaan tegen Cetout. Daar heeft de eigenaar van het bedrijf in Frans-Guyana ook aangegeven dat Paul A. zijn zaken in Suriname moest afhandelen. “Ik ben met Paul A. geweest waar ze aan het werk waren met die graafmachine. Er is toen overleg geweest met Cetout dat aangezien hij niks had betaald zij de machine terug gaan brengen”, legt Brunswijk uit.
Vervolgens zou de Procureur Generaal toestemming hebben gegeven om de machines in beslag te nemen. Maar de politieagenten zouden volgens Brunswijk niet beschikken over genoeg vervoer om de machine op te halen. “Ik heb toen aangeboden om drie agenten te vervoeren, aangezien zij met een auto zijn gekomen.” Op de plek aangekomen waren de machines niet te zien. Na herhaaldelijk vragen waar de machines zijn, wist niemand waar de machines zouden zijn. Achteraf bleek dat Cetout trachtte de machines in het bos te verschuilen. “We hebben toen sporen gezien en hebben samen met de politieagenten de sporen gevolgd. We hebben toen een machine gevonden. Te’ ini a busi un sjie dat den man wan kibri a machine.”
Niet genoeg vervoer
De politie heeft toen opdracht gegeven om de machine terug te rijden. Na wat tegenstand zijn de sleutels van de graafmachine overhandigd aan de politie. “Paul A. heeft toen een graafmachine-operator gebeld en ingehuurd om de graafmachine terug te rijden. De machine is weggebracht, en in bewaring gesteld op het werkterrein van de operator die is ingehuurd door Paul A.. De agenten van politie post Albina zeiden geen plek te hebben.” Brunswijk zegt dat geen enkele machine bij hem zou zijn opgeslagen. Twee dagen daarna zou Cetout naar de graafmachine operator zijn gestapt en hem hebben bedreigd om de machine terug te geven. “De operator heeft mij toen gebeld en ik was toevallig bij politiepost Richelieu te Meerzorg. Ik heb toen de politie aangegeven dat die graafmachine operator wordt bedreigd.”
De politie heeft Cetout vervolgens opgepakt en naar inspecteur Lim Hok Koen gebracht omdat de zaak bij hem loopt. “Ze hebben Cetout toen gebracht. Ik heb gebeld met de inspecteur toen en hij had toen aangegeven dat die man zou worden opgesloten, omdat die tweede graafmachine nog niet is gevonden.” Wat Brunswijk vooral niet kon begrijpen dat kort na zijn gesprek met de inspecteur hij vernomen heeft dat de man is vrijgelaten. “If you nak a man nanga blauw papiera (dus aangifte) hoe kan je hem dan vrijlaten?”
Brunswijk vermoedt dat Cetout wat zou hebben betaald aan de politie om vrijgelaten te worden. Hij zou dan papieren in orde hebben gemaakt alsof hij de rechtmatige eigenaar is. “Maar dat is niet waar. Cetout is gewoon een oplichter. Die man is gewoon met valse papieren gekomen, hoe kan die agent dan meewerken”, vraagt Brunswijk zich af. Hij kan maar niet begrijpen waarom er wordt gesuggereerd dat hij de machines zou hebben verkocht en of verduisterd. “Ik weet dat ik dat niet heb gedaan, want ik heb alle video’s, foto’s en informatie.” Cetout moet volgens Brunswijk opgesloten worden want hij zou zich meerdere malen schuldig hebben gemaakt aan fraude.
Klacht bij OPZ
Volgens Brunswijk zal zijn goede kennis Paul A. de zaak niet zo met rust laten, maar bij OPZ een klacht indienen tegen Lim Hok Koen. “Ik heb begrepen van Paul A. dat bepaalde stukken in het dossier niet terug te vinden zijn. Je kan geen originele papieren krijgen waar duidelijk staat aangegeven wie de rechtmatige eigenaar is en dan kan je die niet vinden.” De papieren zouden in het Frans zijn geschreven, Paul A. moest deze ook vertalen voor de politie. “Maar we hebben van alle documenten die zijn ingediend een foto gemaakt. De politie werkt gewoon mee met Cetout, want ook de auto die in beslag is genomen waarvoor hij niet heeft betaald, is teruggegeven aan hem door de politie. Hoe kan dat?”
Tot nu toe weet men niet waar de tweede graafmachine is. Voor Brunswijk is het belangrijk dat mensen weten dat hij niks te maken heeft met de beschuldigingen. “Den man kari mi nen zomaar.” Op de vraag dat hij er zomaar bij wordt betrokken omdat hij ooit in 2014 in aanraking is gekomen met de politie voor het stelen van USD30.000 van zijn vader, is voor Brunswijk onzin. “Ja, ik heb toen dat geld genoemd en mi kot’ mi strafu, maar dat staat los van deze zaak. Ik heb niks te maken gehad met het verduisteren van geen enkele machine”, benadrukt Brunswijk.