Het Openbaar Ministerie (OM) stond het afgelopen zittingsjaar voor grote uitdagingen. Dat zei procureur-generaal Garcia Paragsingh bij de opening van het nieuwe zittingsjaar van het Hof van Justitie. Ze wees op jongerengeweld, drugs en georganiseerde misdaad, én op beperkte rechtspraakcapaciteit.
Procureur-generaal (pg) Garcia Paragsingh schetste bij de opening van het zittingsjaar dat de criminaliteit zich voortdurend ontwikkelt en nieuwe verschijningsvormen aanneemt. Vooral de toename van geweldsdelicten onder jongeren baart zorgen. Daarnaast blijft de aanwezigheid van de drugshandel en georganiseerde misdaad een hardnekkige realiteit.
Volgens de pg kan de rechtspraak niet alle zaken snel behandelen. Door de beperkte capaciteit zijn keuzes onvermijdelijk en krijgen dossiers met de grootste maatschappelijke impact prioriteit. Paragsingh benadrukte dat het OM binnen die randvoorwaarden zo effectief mogelijk optreedt.
Corruptiezaken en werkwijze
Het OM zette in het zittingsjaar 2024–2025 het actuele thema corruptie hoog op de agenda. Brieven en documenten van burgers, politieke partijen, parlementariërs en advocaten worden beoordeeld; waar nodig volgt een reactie of wordt een onderzoek gestart. Als er voldoende aanwijzingen zijn, gaan zaken naar het corruptieonderzoeksteam van het KPS, de Fraudepolitie of het Justitieel Interventieteam (JIT). Na afronding van het onderzoek wordt een dossier samengesteld en kan, indien nodig, een gerechtelijk vooronderzoek (GVO) worden gevorderd bij de kantonrechter.
Doorlooptijden en obstakels
Het traject van klacht tot strafdossier en eventueel GVO kan tijd vergen. Het OM stuit daarbij soms op verdachten die onvindbaar zijn, op langdurige ziekteattesten, of op getuigen die zich weinig kunnen herinneren. Na afronding van een dossier weegt het OM of iemand als verdachte wordt aangemerkt, of er wordt gedagvaard, en of de zaak haalbaar is op basis van wettig én overtuigend bewijs.
Geen doofpot, wel krappe bezetting
Paragsingh erkent dat het aantal vervolgingsambtenaren en ondersteunende juristen beperkt is, maar spreekt tegen dat zaken in de doofpot verdwijnen. “Geen enkele zaak wordt weggestopt; we blijven ons inzetten binnen de grenzen van opsporings- en vervolgingsmogelijkheden,” aldus de pg.