De Pertjajah Luhur, PL, is voorstander van het terugbrengen van de terugroepwet. Paul Somohardjo, voorzitter van de partij, heeft de tijd genomen om de samenleving aan te herinneren dat deze wet veel heeft betekend in het verleden. Hij sprak dinsdagochtend met journalisten bij een speciale meeting met de media in het partijcentrum te Beekhuizen. Somohardjo, die jarenlang volksvertegenwoordiger is geweest, stelt dat het belangrijk is dat de wet ingesteld wordt, zodat volksvertegenwoordigers niet omgekocht kunnen worden.
Somohardjo geeft verder aan dat verraad bij elke partij plaatsvindt en het volk daartegen beschermd moet worden middels de terugroepwet. Hij stelt dat het overlopen van politici uit de PL eerder gebeurd is, maar ook het geval is geweest met partners waarmee de PL heeft gewerkt. Hij verduidelijkt dat de PL een verzoek zal doen voor de indiening van een nieuwe wet. “Met amendementen om de terugroepwet van 2016 te amenderen en eventueel intrekken. Dan willen wij de terugroepwet van 2005 die samengesteld is door de NPS, VHP, SPA, DA 91 en Pertjajah Luhur weer leven geven.”
De terugroepwet werd in 2005 ingevoerd om kiezers meer macht te geven over hun gekozen vertegenwoordigers. De wet maakte het mogelijk om volksvertegenwoordigers terug te roepen uit het parlement als ze hun zetel opgaven of overliepen naar een andere partij, veroordeeld werden voor een misdrijf of hun taken verwaarloosden en het vertrouwen van de kiezers verloren.
Met een petitie met handtekeningen van ten minste 10% van de kiezers in het kiesdistrict van de volksvertegenwoordiger kon een terugroepingsverzoek ingediend worden. De petitie werd getoetst door het Centraal Hoofd Stembureau (CHS). Als de petitie geldig was, organiseerde het CHS een terugroepverkiezing. Als de volksvertegenwoordiger in de terugroepverkiezing minder stemmen kreeg dan de kandidaat die hem/haar verving, werd hij/zij teruggeroepen uit het parlement. De Terugroepwet werd in 2016 afgeschaft door het Hof van Justitie. Het Hof oordeelde dat de wet in strijd was met de Grondwet van Suriname, omdat het de rechten van volksvertegenwoordigers schond.