In de staatsbegroting over het jaar 2024 zijn er miljoenen opgenomen voor onder andere het kabinet van de president en vicepresident om armoede te bestrijden.
“De post armoedebestrijding komt maar liefst op vijf instanties voor, namelijk: kabinet president, vicepresident, sociale zaken, arbeid en financiën. Dit is een grove vorm van uitholling van instituten”, zei parlementariër Rabin Parmessar donderdag in De Nationale Assemblee.
Hij haalde aan dat de president een budget van SRD 125 miljoen vraagt, terwijl de vicepresident een budget van SRD 75 miljoen voor armoedebestrijding. Verder vraagt het ministerie van Financiën en Planning naar SRD 42 miljoen en additioneel nog SRD 1,2 miljard voor een sociaal programma, terwijl het ministerie van Arbeid naar SRD 29 miljoen vraagt ook voor armoedebestrijding. “Dus totaal is er 271 miljoen uitgetrokken voor armoedebestrijding en dan nog SRD 1,2 miljard voor een apart sociaal programma. De regering schijnt door het bos de bomen niet meer te zien.”
Hij merkte op dat het de taakstelling van het ministerie van SoZaVo is om zorg te dragen voor een adequaat armoedebestrijdingsprogramma. “Ik blijf erbij dat de regering creativiteit aan de dag blijft leggen om family, friends en partijsponsoren te faciliteren. Kan de regering ons uitleggen hoe de verschillende armoedebestrijdingsprogramma’s en haar sociaal programma eruit zal zien? Welke garanties zijn er dat deze middelen eenduidig en transparant aangewend zullen worden? In welke opzichten verschilt het armoedebestrijdingsprogramma van SoZaVo met Arbeid en Financiën? En in welke opzichten verschilt het programma van de president met dat van de vicepresident?”
Parmessar wil een overzicht van deze vijf instanties zien. Hij wilde weten welke aspecten de diverse instanties zullen uitvoeren, waarbij er geen sprake zal zijn van overlappingen en dat de burgers precies geïnformeerd worden voor welke problemen zij bij welke instanties terecht moeten. Transparantie en beroepsmogelijkheden moeten ook zijn ingebouwd.