President Jennifer Simons pleit voor een zakelijke en eerlijke vergoeding voor landen die hun bossen in stand houden. Bij haar terugkeer uit Brazilië op zaterdag 8 november, na deelname aan de Belém Climate Summit, benadrukte zij op de Johan Adolf Pengel International Airport dat Suriname zijn bijdrage levert aan het wereldwijde klimaatbeleid, maar daar nog onvoldoende financieel voor wordt beloond.
Tegelijkertijd kondigde zij concrete samenwerkingsplannen aan met Brazilië en andere internationale partners. Tijdens de plenaire sessies in Belém wees Simons erop dat het Surinaamse bos jaarlijks ongeveer 12 miljoen ton CO₂ opneemt. Dat is volgens haar geen toeval, maar het resultaat van decennialang verantwoord bosbeheer. “Wij kregen daarvoor regelmatig schouderklopjes, maar schouderklopjes brengen onze economie natuurlijk niet vooruit,” zei de president. Ze maakte duidelijk dat Suriname zijn bos wil blijven beschermen, maar daarvoor een eerlijke, voorspelbare en zakelijke compensatie nodig heeft.
Simons onderstreepte dat het behoud van minstens 90 procent van het Surinaamse bos alleen haalbaar is als er op duurzame wijze geld mee wordt verdiend. Daarbij wees zij op de aanwezigheid van waardevolle minerale rijkdommen in het bosgebied én op de belangen van inheemse en tribale gemeenschappen die rechtstreeks afhankelijk zijn van hun leefomgeving. “Wij kijken uit naar een zakelijke, maar eerlijke compensatie, zodat wij het bos kunnen behouden én onze mensen perspectief kunnen bieden,” aldus het staatshoofd.
In Belém sprak Suriname zijn steun uit voor een nieuw, innovatief model voor klimaatfinanciering dat door de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva is gepresenteerd. Dit model, dat donoren en investeerders combineert, is samengebracht in de Tropical Forests Forever Facility (TFFF). Volgens Simons biedt deze faciliteit een langverwacht instrument waarmee landen met veel bos eindelijk structureel beloond kunnen worden voor bewezen resultaten op het gebied van bosbehoud. De TFFF moet zorgen voor een permanent, voorspelbaar en prestatiegericht mechanisme, waarbij financiering direct wordt gekoppeld aan concrete klimaatresultaten.
Naast de klimaatagenda werden ook bilaterale afspraken gemaakt. Simons kondigde aan dat zij en president Lula begin volgend jaar opnieuw bijeenkomen om samenwerkingsprojecten uit te werken. Suriname heeft daarbij specifiek gevraagd om assistentie in de agrosector en belangstelling getoond voor het Braziliaanse sociale programma Bolsa Familia, als inspiratiebron voor beleid om Surinamers uit de armoede te helpen. Ook het thema energie kwam aan de orde, met de afspraak dat de verantwoordelijke ministers en technische experts in 2026 vervolggesprekken zullen voeren en programma’s zullen ontwikkelen.
De president sprak in Belém verder met vertegenwoordigers van Noorwegen, Zweden en Finland, evenals met de top van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Volgens Simons hebben de IDB en de Noordse landen gezamenlijk USD 800 miljoen toegevoegd aan een financieringspakket voor Suriname en Guyana. De gesprekken met de IDB waren gericht op een concreet programma voor 2026, met de nadruk op herstel van het onderwijs en de opzet van sociale programma’s.
Tot slot maakte Simons bekend dat er ook een mandaat is goedgekeurd voor de verkoop van een deel van de Surinaamse carbon credits. Daarmee kan Suriname, naast nieuwe klimaatfinancieringsinstrumenten als de TFFF, extra middelen aanboren om bosbescherming, onderwijs en sociale ontwikkeling te versterken.










