Miljarden Surinaamse dollars die volgens president Jennifer Simons in de afgelopen periode zijn verdwenen, hadden onder meer in het onderwijs geïnvesteerd kunnen worden. Dat zei het staatshoofd op vrijdag 12 december 2025 tijdens een regeringspersconferentie, waar zij uitgebreid inging op de financiële en bestuurlijke erfenis waarmee haar kabinet bij aantreden werd geconfronteerd.
De president noemde de omvang van de verdwenen middelen zorgwekkend en koppelde dit rechtstreeks aan achterstanden in essentiële sectoren. “Dit is geld dat bijvoorbeeld had kunnen worden besteed aan het onderwijs”, benadrukte Simons. Volgens haar onderstreept dit de noodzaak om het overheidsapparaat te digitaliseren, zodat corruptie wordt tegengegaan en processen transparanter en efficiënter worden.
Simons gaf aan dat de regering bij aantreden op meerdere ministeries ernstige misstanden aantrof, waardoor de uitvoering van het beleid in de eerste maanden merkbaar werd vertraagd. Op sommige departementen konden ministers hun werk slechts beperkt doen. Toch is het kabinet er volgens haar in geslaagd om binnen vijf maanden de grootste problemen aan te pakken en het beleid op koers te brengen.
Zij verwees concreet naar de ministeries van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) en Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo). Ook in de onderwijssector zijn de uitdagingen groot. “Het tekort aan leerkrachten, gebrek aan meubilair, achterstallig onderhoud en het hoge aantal voortijdige schoolverlaters zijn daar enkele voorbeelden van”, aldus de president. In een situatie van financieel tekort had de regering volgens haar geen andere keuze dan te beginnen met reparaties en het herstellen van basisvoorzieningen.
Daarnaast haalde Simons de situatie rond de Melkcentrale aan. De staat subsidieert deze en vergelijkbare bedrijven, terwijl zij in feite dividend aan de overheid zouden moeten afdragen. Ook bij het bacovenbedrijf Food and Agriculture Industries (FAI) zijn misstanden geconstateerd. Daar keerden directieleden zichzelf extra bonussen uit op het moment dat het personeel geen salaris ontving. “De mensen staken terecht”, zei de president, die het gedrag van de leiding scherp veroordeelde.
Bij OWRO hebben bovendien verdwenen goederen de situatie verder bemoeilijkt. Simons riep in dat kader op om af te rekenen met onacceptabel gedrag binnen de overheid en bij staatsbedrijven. Volgens haar moet er strenger worden toegezien op integriteit en verantwoording in de publieke sector.
Ondanks de zware erfenis ziet de president ook positieve ontwikkelingen. Zij prees de inspanningen om de binnenstad schoner te maken en sprak haar waardering uit voor burgers en organisaties die zich inzetten voor een nettere leefomgeving. “Het is bemoedigend om te zien dat mensen de handen uit de mouwen steken om ons land schoon te houden”, aldus Simons.












