President Jennifer Simons heeft donderdagavond 18 december 2025 bij de opening van de Volkskerstzang op het Onafhankelijkheidsplein een krachtige oproep gedaan voor eenheid en innerlijke vrede. Volgens het staatshoofd is de kerstperiode bij uitstek een moment om stil te staan bij de eigen houding tegenover de medemens en het land.
In haar toespraak vergeleek Simons de geboorte van Jezus Christus – die met Kerst wordt herdacht – met het begin van het licht dat de duisternis verdrijft. Zij stelde dat dit licht niet alleen symbolisch is, maar ook “van binnen” moet doorwerken bij de mens om oog te krijgen voor wat nodig is voor naasten en voor Suriname.
De president benadrukte dat de vrede die door de Schepper is beloofd, niet van buitenaf kan worden opgelegd. “Die vrede moet in ons beginnen”, was haar kernboodschap. Daarbij riep zij Surinamers op elkaars hoeder te zijn en zorg te dragen voor elkaar. Volgens Simons is dat een noodzakelijke voorwaarde om als samenleving vooruit te komen.
Simons stond ook stil bij gezinnen die het momenteel zwaar hebben. Zij gaf aan dat mensen kracht kunnen putten uit verbinding met het goddelijke en uit steun aan elkaar. Tegelijk wees zij op wat zij omschreef als een groeiende eenheid in het land, zichtbaar in het feit dat mensen met verschillende religieuze achtergronden samenkomen op het Onafhankelijkheidsplein. Die ontwikkeling noemde zij een belangrijke basis die niet mag worden doorbroken.
Verder sprak de president haar waardering uit voor burgers die hun omgeving schoonmaken, voor bedrijven uit de private sector die bijdragen aan het herstel van scholen en voor de organisaties die de Volkskerstzang kosteloos mogelijk maakten. De avond werd ingezegend door verschillende geestelijke leiders met gebeden en bemoedigende woorden. Ook traden diverse artiesten op, begeleid door de politiekapel.
Simons sloot af met een wens voor kracht en hoop voor de samenleving en riep op elkaar te blijven ondersteunen waar het moeilijk gaat, “zodat Suriname elke dag een stap kan zetten naar een beter morgen.”












