Met veel barbari en mekmeki verlaten de dames van NAKS, samen met de Haïtiaanse groep ‘Chou Chou band’ het terrein van het directoraat Cultuur. Een korte prodo waka op weg naar een koto dansi aan de Sommelsdijkstraat. De zon is fel, de koto zijn mooi en kleurrijk.
De prodo waka is een samenwerking tussen NAKS, Centraal station met logistieke ondersteuning van het directoraat Cultuur. “De mooie dingen van ons tentoonstellen, die mooie koto en angisa. Dat is de bedoeling van deze prodo waka. Het is erfgoed dat niet verloren mag gaan”, zegt Clifton Braam, onderdirecteur van het directoraat Cultuur, die leiding geeft aan het event.
Blik op de toekomst
Hij stelt dat op 1 juli er duidelijk stilgestaan moet worden bij het verleden, maar dat nu de blik vooral gericht moet worden op de toekomst. “We moeten niet bang zijn om te denken aan de toekomst. Die vrijheid waarvoor onze voorouders hebben gevochten mogen we niet als vanzelfsprekend gaan beschouwen. We moeten er goed invulling aan geven.”
Vrijheid van doen en denken moet positief gebruikt worden om Suriname op te bouwen. Volgens Braam moet er meer geïnvesteerd worden in overdracht over het ontstaan van de koto en angisa, zodat de jongeren er met meer respect naar kijken en het daarom ook meer zullen dragen.
Slavernij issues
“Wat is vrij? Mentaal vrij, economisch vrij? Ik voel me vrij om mijn klederdracht aan te trekken en mijn taal te praten”, meent NAKS-lid Pamela Karg, die meedoet aan de prodo waka. Er zijn inderdaad issues die afstammen van de slavernij en volgens Karg zouden we daarover vooral moeten ‘durven’ praten.
Het zijn moeilijke onderwerpen die de groep niet uit de weg moet gaan, omdat die alleen kan leiden tot ware vrijheid van ziel en geest. “We weten dat we verder kunnen. We zijn een sterk volk. We moeten met alle andere groepen die hier zijn verder optrekken. Geen muren optrekken, maar kennisnemen van elkaars gewoonten en cultuur. En dan samen verder werken aan die mooie bromkidyari.”
We zijn vrij in fysieke zin
Volgens Karg spelen erkenning en omhelzen van de eigen cultuur daarin zelfs een leidende rol. “Alleen zo worden we een nog grotere bloementuin.” Ook directeur Cultuur Roseline Daan is enthousiast over de schoonheid van de vele prachtige koto die zij ziet. “We zijn vrij in fysieke zin, maar die mentale vrijheid daar zien we nog de struggles. We moeten doorgaan met de discussies die rondom dit onderwerp plaatsvinden door diverse organisaties.”
Er moet volgens Daan wel een punt komen waar een stuk van het willen en kunnen beheersen van ‘wie we zijn’ krachtig naar buiten kan komen. Ook zij is de mening toegedaan dat cultuur daarin een grote rol is toebedeeld. “Cultuur verbindt. Je zal samen moeten werken en elkaar in hun waarde moeten accepteren. De regering heeft daarin de taak om te zorgen dat eenieder, ongeacht afkomst, zijn gelijk deel krijgt toebedeeld, zodat ze in welvaart en welzijn kunnen leven in dit vrij en mooi land.”
Daan stelt dat de groep zich niet langer in de rol van slachtoffer moet presenteren. “Maar als mensen met kansen, potentie en mogelijkheden om succesvol te zijn in deze natie om zo ook een bijdrage te leveren aan de opbouw en groei van ons land.”