Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in de laatste week van december de doodsoorzaak van ex-president Desi Bouterse bekendgemaakt aan de media. De publicatie van het obductierapport wakkerde een felle discussie aan over privacy en beroepsethiek in de medische wereld. Walther Jap Tjoen San, medisch specialist en lid van het Medisch Tuchtcollege, noemt de publicatie een ernstige inbreuk op de privacy van de familie van de overledene.
Volgens Jap Tjoen San is de geheimhoudingsplicht een fundamenteel recht dat hulpverleners verplicht om uiterst zorgvuldig met patiëntgegevens om te gaan. “De regels rondom medische geheimhouding zijn gebaseerd op grondrechten en de plicht tot vertrouwelijkheid. Het opzettelijk schenden hiervan is strafbaar en druist in tegen de kernwaarden van het medisch beroepsgeheim,” verklaarde hij tijdens het programma ABC Actueel.
Bij medische obducties is vooraf toestemming vereist van artsen om te onderzoeken of een patiënt is overleden aan een vermoedelijke ziekte. Tijdens dit proces worden medische gegevens gedeeld met de patholoog. Bij justitiële obducties ligt de focus op het vaststellen of er sprake is van een misdrijf. Alleen als dit niet het geval blijkt, wordt de exacte doodsoorzaak nader onderzocht. Jap Tjoen San benadrukte dat het rapport over Bouterse gegevens bevat die in lijn zijn met deze procedures, maar dat de openlijke publicatie hiervan onaanvaardbaar is.
Ook de Nationale Democratische Partij (NDP) reageerde scherp op de publicatie. De partij bestempelde de publicatie van het rapport als een grove schending van het medisch beroepsgeheim en noemde het een aanval op de waardigheid en privacy van de nabestaanden. Ook hebben de nabestaanden aangegeven dat zij niet eerst verwittigd waren over de doodsoorzaak en moesten dit vernemen vanuit de media.