Het Westelijk Halfrond, waartoe Suriname behoort, is nog steeds het toneel van onderdrukking, verspreiding en beperking van de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting en het recht op vreedzaam demonstreren in de publieke sfeer. Deze situatie komt voort uit een diepgewortelde opvatting dat burgermobilisatie wordt gezien als een vorm van verstoring van de openbare orde of, erger nog, een bedreiging voor de stabiliteit van democratische instellingen.
Bovenstaand statement is de constatering van de Speciale Rapporteur voor het recht op vrijheid van meningsuiting van de Inter-Amerikaanse Commissie van de OAS. Die constatering heeft geleid tot het opstellen van richtlijnen voor het effectueren van het recht op vrije meningsuiting en op vreedzaam demonstreren in 2019. De richtlijnen hebben als doel OAS-lidstaten beter te laten begrijpen welke verplichtingen zij hebben in het garanderen, beschermen en faciliteren van openbare protesten en demonstraties. Een ander doel van de richtlijnen is om de lidstaten te informeren over de kaders en regels die gelden voor het progressieve gebruik van geweld dat alleen als laatste redmiddel ingezet mag worden in protestcontexten.
In Suriname komen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam demonstreren steeds meer onder druk te staan. Geheel in strijd met artikel 105 van de grondwet en de artikelen 26 en 27 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, worden nationale wettelijke bepalingen, die op zeer gespannen voet staan met deze rechten, door regeringsautoriteiten en de opsporings- en vervolgingsautoriteiten ingezet om burgers systematisch te beknotten in de uitoefening van deze twee rechten.
Deze ontwikkeling is funest voor het bestendigen van onze democratie en rechtsstaat, zoals recentelijk door een groep bevriende staten en de Europese Unie in een verklaring is aangegeven. Hoewel de verklaring tekortschiet in het bepleiten van het volwaardig en ongeconditioneerd beschermen van de mensenrechten die nú onder druk staan, kan deze worden gezien als een bijdrage voor de waarborging van met name het recht op vreedzame demonstratie.
Een andere bijdrage om het verder verslechteren van de beleving van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam demonstreren tegen te gaan is het rapport “Report on Human Rights Abuses, Right to Peaceful Demonstration & “Right to Freedom of Expression” (The curtailing of rights by an unaccountable government in the Republic of Suriname)”. Dit mensenrechtenrapport heb ik in mijn hoedanigheid als advocaat en mensenrechten-jurist mede namens andere bezorgde burgers en organisaties in Suriname op 24 maart 2023 ingediend bij de Speciale Rapporteur voor het recht op vrijheid van meningsuiting van de Inter-Amerikaanse Commissie van de OAS.
In dit rapport is chronologisch weergegeven in welke negatieve spiraal Suriname zich bevindt ten aanzien van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam demonstreren. Het rapport bevat twintig concrete gerapporteerde gevallen die een vorm van beknotting van de uitoefening van een van de twee rechten weergeven. Voorts geeft het rapport weer hoe angstinboezeming, het inzetten van het strafrecht, aankondigingen over hardhandig politioneel optreden, desnoods met wapengeweld, en het gelijkstellen van rellen en plunderen aan het vreedzaam demonstreren als vormen van intimidatie worden gebruikt om personen te ontmoedigen gebruik te maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting en/of hun recht op vreedzaam demonstreren.
Aan de hand van de data van de geselecteerde gevallen is af te leiden dat in een zeer kort tijdsbestek het vertrouwen en het geloof in de regering is omgeslagen in steeds groter wordend wantrouwen. Het gevolg daarvan is dat de ondersteuning die de regering genoot in rap tempo afbrokkelt. En het is precies dat ongenoegen dat mensen op straat brengt en ertoe aanzet om onwelgevallige uitspraken te slingeren naar personen op politieke functies. In een sterke, goed functionerende democratie en rechtsstaat moeten functionarissen in politieke topfuncties zowel de privileges op kosten van de burger als de onwelgevallige meningen van dezelfde burger aanvaarden.
Een kopie van het rapport zal ook opgestuurd worden naar de andere mensenrechtenorganisaties en naar de Surinaamse regering. Hopelijk leidt deze bijdrage ertoe dat de twee onder druk staande rechten weer op een rechtens juiste manier beleefd kunnen worden door eenieder.
Mr. M.A. Castelen, LLM & LLM
Advocaat, gespecialiseerd in staats- en bestuursrecht, mensenrechten en internationaal recht