De strafrechter heeft twee jongemannen, die worden vervolgd voor diefstal middels geweld, in voorlopige vrijheid gesteld. De schorsing van hun hechtenis kwam dinsdag na een pleidooi van mr. Robby Amain, raadsman van een van de verdachten, voortbordurend op de getuigenis van de aangever dat hij de beklaagden niet herkende als het duo dat hem in januari heeft overvallen.
Een van de verdachten, O.J., stelde dat hem ten onrechte deelname aan de beroving wordt verweten. Volgens hem had hij slechts geprobeerd twee vechtende mannen (medeverdachte R.P. en de aangever) uit elkaar te halen. Amain verzocht de rechter, namens zijn client O.J., de verklaring van de aangever in het voordeel van zijn cliënt te laten meewegen en te concluderen dat het niet nodig is de mannen langer vast te houden.
Medeverdachte R.P. wordt bijgestaan door advocaat H. Belfor. Hij had na zijn aanhouding aanvankelijk toegegeven dat hij de aangever had beroofd, maar trok dat later in. Zowel bij zijn voorgeleiding op het Parket van de procureur-generaal, als bij de rechter-commissaris en in de rechtszaal, ontkende hij elke betrokkenheid. Hij zei naderhand dat de bekentenis bij de politie was afgelegd onder druk, aangezien hij werd mishandeld.
Overval bij Kwakoe Plein
De mannen worden verdacht van diefstal met geweld. Op 3 januari, rond 03.30uur, zou het slachtoffer zijn beroofd van een tas met daarin een zorgpas, een mobiele telefoon, een pinpas en een paraplu. De man had eerder die nacht gegokt in een Suribet-shop aan de Zwartenhovenbrugstraat en was te voet onderweg naar Ulstrel Taxi. Bij het Kwakoe Plein aan de Dr. Sophie Redmondstraat zou hij plotseling zijn aangevallen. In zijn aangifte verklaarde hij dat één van de rovers hem met een mes van voren bedreigde, terwijl de ander hem van achteren benaderde. Volgens hem ging het om twee mannen die hij eerder die avond ook in de gokshop had gezien.
Videobeelden en tegenstrijdige verklaringen
De politie herkende R.P., een oud bekende, op camerabeelden van de bewuste nacht. Hij werd op 7 januari aangehouden en wees vervolgens O.J. aan als medeverdachte. Later trok hij zijn bekentenis in en stelde dat hij onder druk en mishandeling door de politie toegaf.
O.J. verklaarde dat hij die avond wel in de Suribet-shop was geweest en na sluiting met de aangever bij het Kwakoe Plein stond te praten. Daar zou R.P. zijn verschenen en de aangever eraan hebben herinnderd dat die hem nog moet betalen voor iets. Daarna ontstond er een gevecht tussen de twee. Volgens O.J. probeerde hij de mannen uit elkaar te halen. Terwijl hij probeerde ze te stoppen, zou de aangever zodanig aan zijn tas hebben getrokken dat die beschadigd raakte en op de grond viel.
O.J. raapte zijn tas op en liep weg richting Ulstrel Taxi. Kort daarop haalde R.P. hem in en vroeg om samen dezelfde taxi te pakken, en hij stemde in. Hij gaf toe SRD 500 van R.P. te hebben gekregen, maar ontkende dat hij wist van een beroving.
OM: BEWIJZEN OVERTUIGEND
De officier van justitie toonde zich echter resoluut. Volgens het OM blijkt uit de aangifte en de videobeelden dat de mannen zich wel degelijk schuldig maakten aan beroving. Dat het slachtoffer de verdachten in de rechtszaal niet herkende, achtte de vervolging van ondergeschikt belang. De videobeelden zouden volgens de aanklager geen twijfel laten bestaan over hun betrokkenheid.
De vervolging eiste daarom een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek van de reeds doorgebrachte tijd in voorarrest. De verdere behandeling van de zaak vindt plaats op 22 oktober. De verdachten zijn, ondanks hun voorlopige vrijheid, verplicht aanwezig te zijn bij alle volgende zittingen in het proces.