De kantonrechter heeft op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in het kort geding dat aannemingsmaatschappij Baitali N.V. had aangespannen tegen de Staat Suriname. De zaak draaide om een betwiste gunning binnen een IDB-gefinancierd wegenproject.
De aannemingsmaatschappij Baitali N.V. verzette zich in deze zaak tegen de afwijzing van haar inschrijving op een openbare aanbesteding van het Ministerie van Openbare Werken (OW). Het project betrof de aanleg van nieuwe wegen, gefinancierd door de Inter-American Development Bank (IDB). Volgens Baitali is haar inschrijving ten onrechte afgewezen, ondanks dat zij de laagste bieder was.
Baitali vroeg de rechter onder meer om de afwijzingsverklaring en de daaropvolgende toewijzing aan een andere aannemer in te trekken, de uitvoering van het project stop te zetten en een nieuwe, eerlijke herbeoordeling van de inschrijvingen af te dwingen. Ook vorderde zij een dwangsom.
OW wees op zes gebreken
Het ministerie van Openbare Werken motiveerde de afwijzing van Baitali’s inschrijving met zes bezwaren:
- Onduidelijkheid over het totaal aan uit te besteden werk;
- Onvoldoende werkervaring van de site- en projectmanager;
- Onvolledige technische specificaties in de werkmethode;
- Ontbreken van een gecontroleerde jaarrekening;
- Onvoldoende bewijs van de vereiste minimale jaaromzet;
- Risicoregister voldeed niet aan de vereisten.
Baitali bestreed al deze punten en leverde tegenargumenten aan in het kort geding.
Rechter verwerpt verweer Staat
De kantonrechter oordeelde dat OW in geen van de zes aangevoerde bezwaren kon concluderen dat Baitali’s inschrijving niet voldeed. De belangrijkste overwegingen van de rechter waren:
- Het ministerie baseerde zich op een foutief percentage bij de beoordeling van het uit te besteden werk. Bij onduidelijkheden had OW contact moeten opnemen met Baitali.
- Er zijn geen aanwijzingen dat de betrokken managers niet over de vereiste ervaring beschikten.
- OW had nadere opheldering moeten vragen over de technische aspecten van de werkmethode in plaats van afwijzing te besluiten.
- Het is aannemelijk dat Baitali geen gecontroleerde jaarrekening hoefde te overleggen.
- Bij twijfel over de jaaromzet had OW om aanvullende gegevens moeten verzoeken.
- Het risicoregister voldeed wél aan de gestelde vereisten.
Herbeoordeling en stopzetting
De rechter beval de Staat om:
- De afwijzingsverklaring in te trekken;
- Het besluit op het bezwaarschrift van Baitali te herroepen;
- De toewijzingsbrief aan de andere aannemer in te trekken;
- De uitvoering van het project stop te zetten;
- En een nieuwe beoordeling van de inschrijving van Baitali uit te voeren, met inachtneming van het vonnis.
De Staat is tevens veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
Hoewel de aanbesteding volgens IDB-regels werd uitgevoerd, onderstreepte de rechter dat ook in zulke gevallen de overheid gehouden is aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.