Met het ondertekenen van een ‘Letter of Intent’ voor de uitvoer van het IMF-programma, heeft de regering zich gecommitteerd aan de randvoorwaarden van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Volgens Karel Eckhorst, die namens de minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, onderhandelingen voert met het IMF, wordt hiermee aangegeven dat na elk kwartaal en uitvoer van het programma Suriname akkoord gaat met een evaluatieproces. “De evaluatie van het IMF wijst uit dat de uitvoering van Suriname in overeenstemming met de afspraken is verlopen.” Suriname heeft onlangs zijn eerste evaluatieronde gehad en deze is op stafniveau goedgekeurd.
Op 23 maart zal deze op bestuursniveau worden goedgekeurd.Het tekenen van zo een document is onderdeel van het proces van evaluatie, geeft Eckhorst verder aan. Ook zijn de evaluaties per kwartaal nodig om ervoor te zorgen dat het programma dat tussen de twee partijen is overeengekomen wordt nageleefd zoals afgesproken. Mochten er afwijkingen zijn, dan kunnen deze snel worden opgevangen. Na elk evaluatieproces wordt er opnieuw een tranche van financiële middelen gestort voor ons land door het IMF, als de evaluatie goed is doorlopen. De regering verduidelijkt dat de financiering van het IMF vooral bestemd is ter ondersteuning van de macro-fiscale situatie van de Centrale Bank van Suriname en om de staatsfinanciën weer in de juiste richting te krijgen.
Een groot deel van de programma-gelden vloeit naar de internationale reserves die de waarde van de Surinaamse munt moeten waarborgen. Het is de bedoeling de wisselkoers hierdoor stabiel te houden, waardoor ook de koopkracht van de samenleving stabiel wordt en langzamerhand toeneemt.
Tijdens de vorige regeereriode is getracht te onderhandelen met het IMF. De toenmalige regering had zich toen teruggetrokken, omdat de tijdcondities vanuit het IMF niet uitvoerbaar waren. Het ging specifiek om het feit dat de toenmalige regering niet tijdig wenste te voldoen aan de voorwaarden van het IMF om de elektriciteitstarieven te verhogen. Echter, de huidige overheid kan met de financiële ruimte, gecreëerd door de huidige IMF-financiering, met goed beleid productie stimuleren, werken aan armoedebestrijding en sociale ondersteuning. De belangrijke speerpunten van dit programma liggen bij de sociale sectoren onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. Economische activiteiten kunnen dan op gang komen met een gezond en goed opgeleid volk, ondersteund door goede infrastructurele voorzieningen. Eckhorst: “Het IMF-programma is ondersteunend, maar de overheid draait uiteindelijk het land.”