De regering is van plan een platform in het leven te roepen om zich te buigen over het slavernijverleden. In dit platform zullen onder andere maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn. Eerder heeft de regering een clusterteam van ministers ingesteld dat zich met dit vraagstuk bezig houdt.
President Chandrikapersad Santokhi heeft dit na zijn gesprek met de Nederlandse premier, Mark Rutte, laten weten via zijn Facebookpagina. De ministeries die zijn aangewezen om zich gezamenlijk te buigen over het slavernijverleden zijn; het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale samenwerking (BIBIS), het ministerie van Justitie & Politie (JusPol), het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) en het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
Het clusterteam van ministers is aangewezen om het overleg, de aanpak en het uiteindelijke plan te ontwikkelen voor het verwerken van het slavernijverleden. De president heeft laten weten dat dit clusterteam binnenkort in de Raad van Ministers overleg zal hebben en een platform zal opzetten met alle relevante maatschappelijke organisaties in Suriname die zich inzetten voor het slavernijverleden. Het platform moet inclusie en participatie bewerkstelligen.
Armand Zunder, voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS), bevestigde tijdens een lezing afgelopen donderdagavond dat de regering een platform zal instekken. De lezing was getiteld: Hoe verder met erkenning, excuses en herstel?
Het clusterteam van ministers voor deze kwestie en het platform dat nog moet komen, kwamen volgens Zunder op 4 januari, voordat de president naar India vertrok, al aan de orde. Hij had op die dag een gesprek met de regering. Het ligt volgens hem in de bedoeling dat de nationale reparatie commissie betrokken wordt bij het invullen van het platform.
Verder heeft het NRCS op 28 december 2022 in een bestuursvergadering besloten om de regie en coördinatie van het reparatieproces in handen te nemen. Dit verklaarde de NRCS-voorzitter ook aan de president in het gesprek.
Al deze zaken dragen volgens Zunder bij tot de verdere stappen die ondernomen moeten worden in de erkenning, excuses en herstel voor het slavernijverleden. In dit process moet er vooral gewerkt worden aan bewustwording over het slavernijverleden. Hij is van mening dat pas na intensieve bewustwording de excuses op 1 juli 2023 ceremonieel aanvaard moeten worden.
Zunder benadrukt dat reparatie niet draait om geld, maar dat het een spirituele zaak is. En daarom moeten volgens hem de juiste schakels betrokken worden bij het process van excuses en herstel. In de komende periode zullen er gesprekken gevoerd worden met maatschappelijke organisaties die voornamelijk de Afro-Surinamer, maar ook de Inheemsen, vertegenwoordigen.
Zunder zegt dat de Nationale Reparatie Commissie Suriname zelf ook contact zal opnemen met de diverse organisaties. Het doel hiervan is om een duurzaam ‘vanuit het veld en vanuit het CARICOM- perspectief een programma voor bewustwording en reparaties op te stellen en uit te rollen.