Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken reageerde op het stopzetten van de werkzaamheden aan de Van ‘t Hoger Huysstraat tijdens de regeringsraad persconferentie belegd gisteren.
Volgens de bewindsman kwam dit besluit als een verrassing, aangezien het project een reguliere aanbestedingsprocedure heeft doorlopen. “Het gebeurt wel vaker dat een inschrijver niet tevreden is met de uitslag. Daarvoor bestaan procedures: men mag vragen stellen en desnoods juridische stappen ondernemen. Dat is in dit geval ook gebeurd,” verklaarde de minister.
Er loopt momenteel een rechtszaak waarin de bezwaren van een inschrijver worden behandeld. De minister benadrukte dat het ministerie de uitkomst van deze zaak zal afwachten. “Aanbestedingen zijn aan regels gebonden. Het is niet zo dat het bedrag waarvoor je inschrijft, altijd volledig wordt toegekend. In de praktijk krijgt men in negen van de tien gevallen minder uitbetaald,” aldus Nurmohamed. Hij voegde daaraan toe dat bij internationale financieringsinstanties zoals de IDB eigen richtlijnen gelden, zolang die binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid blijven.
Het project ligt voor nu stil, maar het ministerie hoopt dat binnen drie weken verdere stappen kunnen worden genomen. “Hopelijk kunnen we het project spoedig weer oppakken”, besloot de OW-minister.
Ontsluiting Apoera via Nieuw Nickerie: historisch en strategisch project
Minister Parmanand Sewdien van LVV gaf een uitgebreide toelichting op de ontwikkeling van de nieuwe wegverbinding tussen Apoera en Nieuw Nickerie. De ontsluiting van dit gebied is een lang gekoesterde wens van meerdere regeringen, mede vanwege de strategische waarde voor schoolgaande kinderen, medische noodgevallen en de stimulering van de landbouwproductie. De minister gaf ook aan dat er reeds een start was gemaakt van het project tijdens de vorige regering, echter is deze om wat voor redenen dan ook tot een halt geroepen. De redenen daar toe is voor hem nog onbekend en moet nader onderzocht worden.
De voorbereidende werkzaamheden zijn aanvankelijk door het ministerie van Openbare Werken opgestart, maar het project werd later overgedragen aan LVV, vooral vanwege de landbouwkundige doelstellingen. “We willen met dit project de agrarische ontwikkeling in de regio stimuleren. Daarom hebben wij fondsen gezocht en uiteindelijk besloten tot een openbare aanbesteding”, verklaarde Sewdien.
Op 25 februari, dit jaar, werden de inschrijvingen opengesteld, gevolgd door een verplichte aanwijzing op 3 maart. Vijf bedrijven meldden zich aan, waarvan er één zich later terugtrok. De aanbesteding werd toegekend op basis van efficiëntie en een prijs die dicht bij de interne raming lag. “Er was zelfs een bedrijf dat meer dan tien miljoen boven de raming zaten en anderen die de helft boden. Beide extremen hebben we moeten uitsluiten, want ervaring leert dat zulke bedrijven vaak halverwege stoppen of om extra compensatie vragen,” aldus de minister.
Het werk werd uiteindelijk gegund aan een aannemer die het dichtst bij de raming zat. Tegen deze gunning is echter bezwaar aangetekend door Baitali, een bedrijf dat volgens de minister helemaal niet heeft deelgenomen aan de inschrijving. “Dit is voor ons een non-case”, zei Sewdien. Toch ligt de zaak nu bij de rechter. LVV heeft de werkzaamheden voorlopig stopgezet in afwachting van de uitspraak op 2 mei.
Politieke beschuldigingen en transparantie
Er is door politieke groeperingen zoals OPTSU ook een klacht wegens vermeende corruptie ingediend met betrekking tot de werkzaamheden in Apoera. Minister Sewdien reageerde daar kalm op: “We leven in een democratische rechtsstaat. Als men zich geroepen voelt om aangifte te doen, is dat hun goed recht. Wij hebben ons aan de procedures gehouden en volgens de wet- en regelgeving gehandeld”.
Ten slotte werd er ingegaan op berichten op sociale media over de rol van NV Ramadhin, een aannemer die meerdere opdrachten van LVV zou hebben gekregen en mogelijk ook zou zijn meegenomen binnen de gunning van dit project. De minister legde uit dat het ministerie noodgedwongen aanklopt bij kapitaalkrachtige bedrijven die de projecten kunnen voorfinancieren. “Kleine aannemers doen vaak niet mee omdat ze het risico van late betalingen niet kunnen dragen. Daardoor blijven er slechts een handvol geschikte bedrijven over”, aldus Sewdien.
De ministers benadrukten beide het belang van transparantie, zorgvuldigheid en rechtsstatelijkheid bij het uitvoeren van overheidsprojecten, zeker wanneer het om cruciale infrastructuur voor de ontwikkeling van het binnenland en de landbouwsector gaat.