De verdachte V.D. wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan een beroving op 27 oktober vorig jaar in de omgeving van Leiding. Volgens hem was hij erbij en toch niet erbij toen zijn twee vrienden een beroving pleegden.
Hij scheen moeite te hebben om uit te leggen dat hij ter plekke was, maar niet betrokken was bij de beroving. V.D. vertelde in de rechtszaal dat hij kort voor de beroving in gezelschap was van twee anderen die een man beroofden.
Op dinsdag 10 januari 2023 zaten V.D. en R.P. samen in de beklaagdenbank. Volgens V.D. hebben R.P. en een derde verdachte de beroving gepleegd. Hij is aangeklaagd voor medeplichtigheid bij diefstal door middel van geweld, opzet- en schuldheling. V.D. wordt juridisch bijgestaan door advocaat Robby Amain,
V.D. getuigde uitgebreid tegen zijn medeverdachten, waarbij hij uitlegde hoe ze met zijn drieën de late avond samen doorbrachten en ‘s ochtends op zoek gingen naar een plek om een joint te kopen en te roken. Omstreeks 07:00 uur koos hij, volgens zijn verklaring, een andere route omdat hij naar zijn werk moest. Plotseling hoorde hij een man om hulp roepen.
Toen hij in de straat keek, zag hij de twee mannen met wie hij net was weggelopen. De ene had een tas in zijn hand en hij zag een man op straat schreeuwen dat hij van zijn tas was beroofd. Vrijwel op hetzelfde moment renden de twee hem voorbij en zou hij hen hebben aangesproken met “Sa un e du?”. Hij rende een eind achter hen aan en zag dat ze een verlaten perceel opgingen waarop een bouwval staat.
Hij vertelde in de rechtszaal dat hij op de vlucht is geslagen om te voorkomen dat woedende buurtbewoners die op het hulpgeroep van het slachtoffer waren afgekomen, hem als een boef zouden aanzien. Hij was bang dat ze hem dan wat zouden aandoen.
Volgens de medeverdachte R.P. wist V.D. wel van de beroving, maar V.D. ontkent dit. Ook het slachtoffer verklaarde dat drie mannen hem hebben beroofd. Twee van hen zouden zich verborgen hebben gehouden op zijn perceel, terwijl de derde op straat was.
Ondanks zijn ontkenning bracht V.D. de politie toch naar de leeg gehaalde tas in de bouwval. Op de vraag hoe hij wist dat de tas daar lag, zei V.D. dat de andere verdachte hem dit had verteld. Na intensieve ondervraging door de rechter en de openbare aanklager kwam aan het licht dat hij na de beroving toch weer contact had met de twee andere mannen.
Ze zaten samen in dezelfde bus op weg naar het werk. R.P. bevestigde dat ze onderweg naar het werk samen waren, toen hij gebruikmaakte van de pinpas van het slachtoffer om bij een geldautomaat geld op te nemen. Ook erkende hij dat hij SRD 300 had ontvangen van een van de twee andere mannen. Halverwege de zitting deelde de aanklager mee dat de derde verdachte inmiddels is aangehouden. De verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot eind februari.