Het carboncredits-document van Suriname is goedgekeurd door de Raad van Ministers (RvM). Daarmee is de weg vrijgemaakt voor de verhandeling van 4,8 miljoen carbon credits die het land in 2021 heeft opgebouwd. Dat zegt minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu. Volgens hem heeft een delegatie van Deutsche Bank onlangs Suriname bezocht om de samenwerking verder voor te bereiden.
De minister geeft aan dat er gesprekken zijn gevoerd, een contract is ondertekend en een mandaat is verleend om de credits daadwerkelijk te verhandelen. “Er is hard gewerkt om Suriname op dit punt te brengen. Nu kunnen we eindelijk de vruchten plukken”, aldus Brunings.
Eerste kopers en pilotfase
Voor het eerste deel van de 4,8 miljoen credits hebben zich al twee grote geïnteresseerde kopers gemeld. Voorafgaand aan grootschalige handel wordt eerst een pilotfase uitgevoerd. Die moet duidelijk maken hoe Suriname de verkoop het beste kan organiseren en hoe internationale investeerders het meest effectief kunnen worden aangetrokken.
Naarmate de markt zich ontwikkelt, zal de regering de relevante wet- en regelgeving verder aanpassen en verfijnen. Op termijn moet dit zorgen voor een stabiel en transparant kader voor klimaatfinanciering.
Rol van Deutsche Bank
De overeenkomst met Deutsche Bank houdt in dat de bank namens Suriname 1,5 miljoen carbon credits mag arrangeren en verkopen. De daadwerkelijke contracten met kopers worden door de Surinaamse overheid zelf afgesloten. De handel zal plaatsvinden op zowel de Europese compliance-markt onder het Klimaatakkoord van Parijs als op de vrijwillige markt (voluntary market).
Voor hun diensten ontvangen de bank en andere betrokken partijen vijf procent van de opbrengsten. “Suriname beschikt momenteel nog niet over de kennis en toegang tot deze markten”, licht Brunings toe. “Daarom is dit partnerschap belangrijk om ervaring en expertise op te bouwen”.
Het contract met Deutsche Bank loopt tot 2029 en bevat geen boeteclausule. Suriname kan de overeenkomst dus op elk moment beëindigen. De bank heeft uitsluitend exclusieve rechten voor de verkoop van de eerste 1,5 miljoen credits. Wanneer er een ander bod komt, heeft Deutsche Bank het recht van eerste tegenbod.
Nieuwe credits in voorbereiding
De komende jaren werkt Suriname aan de voorbereiding van nieuwe carbon credits over de jaren 2022, 2023 en 2024. Op langere termijn is het de bedoeling dat het land zelf de onderhandelingen voert en contracten sluit met internationale investeerders, zonder afhankelijk te zijn van externe arrangeurs.
“Suriname kan trots zijn op het bereiken van dit niveau”, zegt Brunings. “We maken nu de stap van alleen plannen maken naar echte uitvoering”.
Opbrengsten alleen voor natuur en milieu
De inkomsten uit de verkoop van carbon credits zullen volgens de minister uitsluitend worden ingezet voor natuurbehoud en milieuprojecten. De middelen worden rechtstreeks gestort op de rekening van de Surinaamse overheid en mogen niet voor andere doelen worden gebruikt.
NGO’s, inheemse en tribale gemeenschappen zullen nauw betrokken worden bij de besteding van de gelden. Daarnaast zal de regering nagaan welke budgetten in de conceptbegroting gericht kunnen worden op milieuverbetering en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen.
Goudsector blijft aandachtspunt
Een belangrijk aandachtspunt blijft de goudsector, die volgens Brunings dringend geordend moet worden. Een interministerieel team werkt aan nieuwe afspraken met lokale gemeenschappen die actief zijn in de kleinschalige goudwinning.
“Het is belangrijk dat we met elkaar in dialoog blijven over milieuvriendelijkere manieren van werken”, benadrukt de minister. Er zullen meer rangers worden ingezet om toezicht te houden en bedrijven worden verplicht tot herbebossing na afloop van hun activiteiten.
Brunings verwijst naar Frans-Guyana, waar ondanks strenge maatregelen illegale goudwinning hardnekkig blijft voortbestaan. “We moeten daarom met een andere aanpak komen en ook alternatieven bieden aan mensen die afhankelijk zijn van deze sector”, zegt hij. De hoge internationale goudprijs maakt deze uitdaging volgens hem extra groot.
Dashboard voor voortgang
Het proces is volgens Brunings volop in ontwikkeling. Het ministerie werkt aan een dashboard waarop de voortgang van milieu- en klimaatprojecten beter gevolgd kan worden. “Er zullen regelmatig gesprekken en data-analyses plaatsvinden om alles goed in kaart te brengen”, geeft hij aan.
“Suriname maakt nu de stap van plannen naar uitvoering”, besluit de minister. “Dat is een mijlpaal voor onze duurzame toekomst”.










