De plegers van de militaire coup van 25 februari 1980, vandaag 42 jaar geleden, hebben uiteindelijk gekeken naar hun eigen belang. Tot die conclusie komt president Chandrikapersad Santokhi. Bij hem ontstaat de vraag of er ooit sprake was van een serieuze coup, die verandering en verbetering op het oog had. “Uiteindelijk hebben ze allemaal gekeken naar hun eigen belang, hebzucht en hun eigen positie. Zij hebben veel ergere dingen gedaan, dan zij meenden te willen bestrijden”, aldus de president.
Gevolgen van de staatsgreep
Het land is er uiteindelijk slecht van af gekomen. Het staatshoofd somt de directe gevolgen van de coup op: moorden, mensenrechtenschendingen, georganiseerde drugshandel, weggetrokken Surinamers, kapotgeslagen productiesectoren en een binnenlandse oorlog. Santokhi: “Kortom, we hebben een failliete boel overgehouden van 25 februari 1980.”
Herstel
Volgens de president is Suriname nog steeds herstellende van de gevolgen van deze coup. Het is makkelijk en snel om iets kapot te maken, maar het duurt heel lang om dat te herstellen. “En om die reden heb ik beslist dat 25 februari 1980 geen herdenkingsdag zal zijn in de zin van een nationale vrije dag. Iedereen mag het herdenken, maar herdenk dan ook wat het betekend heeft voor Suriname en de toekomst van het land”, zegt Santokhi.
Geschiedenis
Santokhi was tijdens de coup in Nederland, op de politieacademie. Hij zegt dat de staatsgreep veel onzekerheden met zich heeft meegebracht over het vervolg van de opleiding. Hij vernam dat alle officieren die afgestudeerd waren van de Nederlandse Politieacademie, opgesloten waren in Suriname. “Dat geeft een onzeker gevoel als je nog gewenst bent in Suriname. Ik zou in 1982 afstuderen, maar na veel overleg kon ik bewerktstelligen om in Suriname stage te lopen. Ik wilde zien wat er hier gebeurde”, zegt Santokhi.