“Wat tante Marie, onze minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur daar op het ministerie klaarspeelt, is iets waar we ons bezorgd over maken”, zegt Raymond Sapoen, politiek leider van de Hervormings- en Vernieuwingsbeweging (HVB). Hij geeft aan dat in tijden van crises, ook de Covid-19-crisis mondiaal, het tijd is om te herbezinnen en kijken naar hervormingen. “Maar niet vernieuwen omwille van vernieuwing. We zijn geen land als Nederland waar in die Covid-periode de regering 3,5 miljard euro heeft gegooid en heeft gereserveerd voor de onderwijskolom.”
Tijdens de vierjarige herdenking van de partij heeft Sapoen een aantal zaken de revue laten passeren. Als oud-minister van Onderwijs geeft hij aan dat we als land beschikken over een zwakke, beperkte uitvoeringscapaciteit. “Een land dat al geteisterd werd door ongelijkheid, lang voor de Covid-situatie. Van kinderen die ongelijke toegang hebben tot onderwijs en geconfronteerd worden met moeilijke sociale omstandigheden thuis”, kaart Sapoen enkele problemen aan.
Vernieuwing onderwijs
Sapoen merkt op dat de HVB vernieuwing binnen het onderwijs voorstaat. Echter, hij geeft aan dat deze beheersbaar, gefaseerd en praktisch relevant worden uitgevoerd. “Wanneer je onder de loep neemt al de vernieuwingen die zijn geïnitieerd, voorbereid en bijna door de keel worden gedrukt van de mensen, dan moet jij je toch afvragen of dat de juiste methode is. Sapoen vraagt zich af wat er op het ministerie gebeurt.
De politiek leider van de HVB noemt als voorbeeld het vernieuwingstraject in het basisonderwijs, waarbij er een doorlopende lijn wordt gestimuleerd. “Je weet niet eens waar het zal eindigen, hoe het curriculum in doorlopende lijn er uit zal zien wat betreft het negende en het tiende leerjaar.” Volgens Sapoen moet er door het ministerie geluisterd worden naar het veld om het gewenste draagvlak te krijgen. Dit moet volgens hem niet alleen bij MinOWC geschieden, maar vooral bij onderwijzers en de ouders.
Wereld van verschil
Verder merkt de politicus op dat er tussen ouders en leerkrachten een wereld van verschil bestaat over wat er staat op de website van het ministerie en wat er zich werkelijk afspeelt op het veld. “Onzekerheid, onduidelijkheid over voortgang of overgang en onvoorspelbaarheid. Dat zijn de drie o‘s die kenmerkend zijn voor de gang van zaken op het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.” Sapoen noemt het een ‘wir war’ van initiatieven waarmee er wordt geëxperimenteerd door het ministerie.
“We roepen de president op, om met name naar de sector onderwijs die maatregelen te treffen die nodig zijn om meer zekerheid en voorspelbaarheid te brengen voor ouders, leerkrachten en kinderen. We zijn allemaal voorstander van kwaliteitsverbetering binnen het onderwijs, we willen een afname van drop-outs, afname van zittenblijvers, we willen doorlopende lijnen, bevoegde en bekwame leerkrachten”, zegt Sapoen. Echter, hij merkt op dat de situatie uiteindelijk aangepakt moet worden zoals die nu is. Hij stelt voor dat de minister van MinOWC in overleg gaat met alle partijen.