Oud-minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Prahlad Sewdien, heeft opheldering gegeven over de vijf boten die Suriname enkele jaren geleden ontving als schenking van China Aid. Volgens de oud-bewindsman konden de vaartuigen, bestemd voor boeren en vissers, nooit worden ingezet door een conflict met transportbedrijf Sosar.
De boten kwamen destijds per container het land binnen, werden gelost met vorkliften en vervolgens tijdelijk in opslag geplaatst door Sosar te Leiding 11-A. Toen het ministerie de vaartuigen wilde inzetten, weigerde het bedrijf deze af te geven. Sosar beriep zich op een openstaande factuur van het ministerie, die echter geen verband hield met de Chinese donatie.
Volgens Sewdien biedt de wetgeving op overheidscomptabiliteit geen enkele basis om staatseigendommen, en zeker niet geschonken goederen voor de samenleving, vast te houden vanwege particuliere vorderingen. Toch hield het bedrijf voet bij stuk, ook nadat LVV aangaf de politie in te schakelen.
De situatie verslechterde toen de transporteur later ook opslagkosten in rekening bracht, zonder dat hierover afspraken waren gemaakt met het ministerie. Daardoor bleven de vijf boten ongebruikt en konden zij hun beoogde doel – ondersteuning van boeren en vissers – nooit vervullen.
“Het is betreurenswaardig dat een waardevol geschenk van een bevriende natie niet tot nut heeft kunnen zijn van onze boeren en vissers, door omstandigheden die buiten de verantwoordelijkheid van het ministerie liggen,” aldus Sewdien. Hij benadrukte dat de staat zich niet mag laten gijzelen door particuliere belangen als het gaat om middelen die ten dienste van het volk zijn geschonken.