Op 19 december vorig jaar bood Premier Mark Rutte namens de Nederlandse regering excuses aan voor het slavernijverleden. Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft deze datum gemarkeerd als een jaarlijkse evaluatie, waarbij wordt beoordeeld of het kabinet daadwerkelijk voldoet aan zijn beloften om de impact van het slavernijverleden op het heden te verminderen.
NiNsee-voorzitter Linda Nooitmeer heeft aan verslaggever Arfan Groenewoud van NU.nl laten weten dat de voortgang teleurstellend is. Volgens Nooitmeer zijn er geen concrete afspraken gemaakt over financiering voor projecten om de achterstanden van nazaten van tot slaaf gemaakten in te lopen. Het oorspronkelijke plan om op 19 december een congres te organiseren is daarom in de wacht gezet.
“Ik had verwacht een reeks concrete resultaten te kunnen presenteren, gezien het welwillende kabinet”, legt Nooitmeer uit, een jaar na de excuses. Ze benadrukt wel enkele positieve ontwikkelingen, zoals het verhogen van het sociaal minimum voor inwoners van Caribisch Nederland. “Maar over het algemeen valt er weinig te melden. Een bijeenkomst heeft dan minder zin.”
In plaats van een congres kiest het slavernij-instituut ervoor om op een ingetogen manier de balans op te maken. Nooitmeer benadrukt dat het instituut niet bij de pakken neer zal zitten. Ze laat weten dat de vertraging niet te wijten is aan de welwillendheid van het demissionaire kabinet om de doorwerking van het slavernijverleden aan te pakken. De precieze oorzaak van de traagheid blijft echter onbekend. “We weten niet waarom het zo langzaam gaat. Betrokkenen, zoals lokale overheden, lijken op elkaar te wachten om stappen te zetten.”