Met het geven van een rampstatus aan de getroffen delen van Brokopondo, is de toegang tot de nodige middelen makkelijker gemaakt. Dat zegt Jerry Slijngard, coördinator van het Nationaal Coördinatie Centrum Rampenbeheersing (NCCR) in een gesprek met Key News.
Tijdens de regeringspersconferentie op woensdag deelde de president mee dat de getroffen gebieden officieel als rampgebied worden aangetekend. En dat er een intensiever en agressiever beleid wordt gevoerd om de getroffen gebieden te voorzien van hulp. Het NCCR zal samen met zijn partners, waaronder het Nationaal Crisisteam daarin het voortouw nemen en dat betekent dus ook dat het ‘all hands on deck’ is nu, geeft Slijngaard aan.
Er is reeds een start gemaakt met het opzetten van hulplocaties in de verschillende gebieden en dit zal moeten zorgen voor het decentraliseren van de nodige hulp naar de samenleving toe, geeft de NCCR-coördinator aan. “NCCR heeft gesprekken gehad met alle partijen die hun bijdrage zullen moeten leveren en hoopt binnenkort meer hierover te vertellen”, zegt Slijngaard.
Strategisch ingezet
President Chandrikapersad Santokhi gaf tijdens de persconferentie aan dat er ook mogelijkheden worden bekeken om de veldhospitalen, welke vorig jaar aan Suriname zijn geschonken door het Amerikaanse leger, in te zetten. Slijngard geeft aan dat het opzetten van deze veldhospitalen door het NCCR gedaan zal worden. “Je kan ze niet gewoon opzetten en laten. Het moet strategisch worden ingezet en daarmee zijn we bezig”, zegt Slijngaard.
Internationaal hulp
Suriname kan met het uitroepen van de door wateroverlast getroffen giebieden tot rampgebied via het NCCR internationale organisaties aanschrijven voor hulp. Ons land is ook lid van de Caribbean Disaster Emergency Management Agency en het NCCR zal de aangepaste status van de getroffen gebieden doorgeven aan deze internationale organisatie. Slijngaard geeft aan dat er verschillende zaken aangevraagd kunnen worden aan de internationale organisaties. “Zaken zoals materiële middelen, ondersteuning in de vorm van logistiek en soms krijg je ook geld”, aldus Slijngaard.