Paul Somohardjo, staatsadviseur en voorzitter van de Pertjajah Luhur (PL), heeft vanochtend zijn eerder ontruimde kantoorruimte op het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) opnieuw betrokken.
Dit ondanks eerdere plannen om de ruimte beschikbaar te stellen aan onderminister Maurits Hassankhan. Somohardjo stelt dat alleen president Chan Santokhi bevoegd is om hem uit deze ruimte te verwijderen en niet de directeur van het Kabinet van de President.
In een gesprek met DTV-Express benadrukte Somohardjo zijn standpunt en gaf hij aan dat hij vanmiddag om 14.00 uur een gesprek heeft met de president over deze kwestie. De directeur van Binnenlandse Zaken, Nasier Eskak, heeft inmiddels bevestigd dat de ruimte weer officieel aan Somohardjo is toegewezen.
De situatie stuit echter op kritiek van vicepresident Ronnie Brunswijk, tevens voorzitter van de ABOP. Samen met minister Delano Landvreugd sprak Brunswijk het personeel van het ministerie toe en liet weten dat hij het onacceptabel vindt dat Somohardjo kantoor houdt op Biza. “Hij heeft hier niets te zoeken”, stelde Brunswijk.
Volgens hem dient een staatsadviseur een kantoorruimte toegewezen te krijgen via de president en niet op een ministerie. Brunswijk heeft aangekondigd de kwestie formeel bij de president aan te kaarten. De eens nauwe “broederband” tussen Brunswijk en Somohardjo lijkt volledig te zijn afgekoeld. De situatie illustreert de spanningen binnen de politieke top en roept vragen op over de bevoegdheden en de toewijzing van werkruimtes aan staatsadviseurs.